Op 13 oktober 1944 maakte Opperwachtmeester Maarten Rol PROCES-VERBAAL op terzake het verbranden van een viertal woningen en het vernielen van een woning onder de gemeente Koedijk door de Bezettende Duitsche Macht. -98- ten bij huize Wagenaar. Toen ze zagen dat het huis leeg was, werden ze woedend. Met enkele andere mensen stond Jaap bij café Bouwstra te kijken naar hetgeen de 'beschermers' gingen doen. Zoveel bekijks zinde de heren niet en dreigend richtten ze een mitrailleur op hun publiek. Op dat moment werd Jaap door Arie Geluk bij zijn schouder gepakt en zei deze tegen hem: "Jij moet hier vandaan, kom mee." Geluk nam hem daarop mee en voer met hem het Ambacht in. Toen ze in de Kruissloot waren, zagen ze de vlam men boven de huizen uitkomen, hetgeen Jaap ontlokte: "Ik geloof niet dat dit ons huis is, dit is meer noor delijk Inderdaad, de soldaten hadden in het huis van de Wage naars eerst het nodige vernield, met bajonetten of iets dergelijks door kamerdeuren heen gestoken en nog meer dingen kapot geslagen en daarop waren ze iets noordelijker gegaan. In het naburig huis, dat veel op dat van de Wagenaars leek, woonden al iets oudere mensen, Leendert de Pee en zijn vrouw. Ze hadden zes kinderen, waarvan er een, Cor de Pee, later een winkel aan de Bovenweg had. Een andere zoon, Thijs, wilde zijn ouders helpen en pro beerde uit de ouderlijke woning te halen wat hij maar kon, maar hem werd te verstaan gegeven dat hij moest maken dat hij wegkwam. Van de woning bleef weinig over, alleen de fundamenten bleven overeind. Na de brand werd tussen de puinhopen nog een sieraad gevonden, waaraan oma De Pee erg gehecht was en nu nog door kleindochter Jeannet in Rio de Janeiro wordt ge dragen. Vermoedelijk is deze gebeurtenis voor opa Leendert te zwaar geweest, hij heeft deze ramp maar kort overleefd, reeds in 1946 is hij overleden. Hierin werd verklaard door:

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1995 | | pagina 104