-7-
Hij die hard moest werken op die akker, en dan nog in de
crisisjaren, haast voor niks, had er moeite mee om er
ook nog de mooie kant aan te zien.
Het werk binnenshuis, zoals kool pellen en omzetten, of
bollen pellen, was meestal een gezellige bijeenkomst
waarin veel werd afgekletst. Zo kwam men op de hoogte
van het laatste nieuws, en werd het gemeenschapsgevoel
aangewakkerd
Heel wat beter dan met het eenrichtingsgeklets op de
televisie, van nu.
Een andere gebeurtenis was ook nog een teken van dat
gemeenschappelijk beleven.
In die jaren werd niet per maand, maar per week uitbe
taald. Wie kende niet die zin uit het liedje van Louis
Davids: ik heb een goeie week gehad....
's Zaterdagavonds werd je uitbetaald. In de huiskamer
bij ouwe Maarten stond op de tafel het weekgeld voor
ieder, stapeltjes munten, op een rijtje.
Maarten zat in de zorg, de werklui stonden op een rij
tje, de pet in de hand. De een na de ander werd uitbe
taald, waar iedereen bijstond werd precies uitgelegd:
zoveel aan voorschot eraf, zoveel aan overuren erbij.
Zo was het toen gewoon, in die tijd dat er nog knechten
en bazen waren. En niet iedereen baas wilde wezen; al is
het dan een baas die aan zijn knechten geen werk meer
kan geven, zodat die werkeloos rondlopen.
Maar, dat was toen ook al zo, bedenk ik nu.
Totdat ze bedachten dat de makkelijkste knechten die
zijn, welke in een uniform voor je werken. Die moeten
gewoon; wie niet wil, heet deserteur en wordt doodge
schoten. De bazen voor wie ze moesten werken, voeren er
wel bij. Of ze aan de winnende of aan de verliezende
kant waren.
Maar ik dwaal af van de akker. Terug naar het ouwe huis.
Hele middagen lagen we slap van het lachen bij het mais
omzetten op de zolder van het 'ouwe huis'.
Dat 'omzetten' van de mais, het oppakken, schudden en op
een andere stapel neerzetten van de gaasbakken was,
evenals het bollenpellengeen vermoeiend werk. Er bleef
dus wat energie over om even gek te doen. 3