-88-
De winkel leverde hem een karig bestaantje op. Maar wie
had het breed in de crisis-jaren
Solidair was men wel in die tijd, men hielp waar men kon
helpen. Dit leert ook het volgende voorval:
Als diaken had Piet vaak geld in huis, afkomstig van de
kerk. Tegen de regels in gaf hij dit wel eens in beheer
bij de bank.
Op een dag kreeg hij bericht dat men die avond zijn kas
kwam controleren. Piet kon het geld niet meer terughalen
(de banken waren minder dicht gezaaid- vermoedelijk was
hier in die tijd de enige bank bij meester Ten Hoeve aan
huis- en de openingstijden waren beperkt). Piet vertelde
zijn probleem aan de buren. Dezen lapten van hun armoe
het bedrag bij elkaar en Piet kon die avond aantonen
over de nodige contanten te beschikken.
Het woonhuis was van minder goede kwaliteit.
Daardoor wist een bunzing zich toegang te verschaffen
tot de ruimte onder de vloer van de woonkamer. Deze had
daar een nest met jongen geteeld. Af en toe een gepiep
van jewelste
Op een zaterdagavond kwamen enkele buren op visite.
Iemand van het gezelschap trapte door de vloer en keek
pardoes in de felle ogen van het geschrokken dier.
In een oogwenk zat buurman boven op tafel
Vakantie houden In de crisisjaren had men hiervoor
tijd noch geld.
Soms kon er een dagje Amsterdam af.
Moeder Trijntje en buurvrouw Commandeur togen eens met
de trein naar deze grote stad. Vanaf het station gingen
ze met de tram verder. De conducteur kwam en vroeg aan
mevrouw Commandeur: "Zo vrouwtje, waar gaat de reis naar
toe waarop deze antwoordde: "Dat weet ik niet hoor,
vraag dat maar aan Trijntjebuur
Verder organiseerde Piet Keizer, samen met kruidenier
Admiraal, een bonnetjesactie voor de klanten. Een aantal
gespaarde bonnen gaf recht op een dag uit met de bus.
Hiernaast: Melkboer Cor Out op zijn bakfiets in de buurt
van zijn woning.
Beneden: Een 'kruideniersuitje'met o.a. Trien Hes-Leek,
Mw.Gert Jonker,Niek Admiraal,mw.Wil Schot, mw.Gijs Schot
Sientje Vennik, mevr. Ot, Trijn de Ruiter-Troostheide