-66- baar en in goeden staat te behouden, bepaalt dat het van nu voortaan volstrekt verboden is om bij het ploegen of eggen der akkers aan de voor noemde wegen leggende, de ploeg of de eg op de weg te halen, waaraan het alleen is toe te schrijven dat de weg ongelijk en onbruikbaar wordt. bepaalt verder dat iedere landeigenaar of gebruiker van land aan genoemde wegen leggende, zich zal hebben te onthouden verder te ploegen dan zijne akker groot is, opdat niet een gedeelte van de weg, dat gemeente eigendom is, akker worde zooals met sommige akkers door het te ver ploegen, wezenlijk het geval is, het welk volstrekt voorziening eischt Maar na de verharding van de Bovenweg werd: Allereerst bezitters van eigendommen, gelegen aan de openbare weg, opgedragen hun erven of akkers van een goede afscheiding te voorzien, hetzij greppel, klin of hek en vervolgens deze afscheiding in een goede staat te houden In de volgende artikelen werd gezegd dat het de ge bruikers van bouwgronden verboden was om tiidens het ploegen eggen of andere akkerbezigheden, met paarden en/of werktuigen op de weg te komen. Bij overtreding van dit gebod zou er proces-verbaal worden opgemaakt en overtreders konden een boete verwachten van f 3 tot f 10. Het was de taak van de veldwachter om op de naleving van deze verordening te letten. Wat deze dan ook deed, want in het eerder genoemde boek met processen-verbaal werd ook geschreven: PROCES-VERBAAL no6 3 In den jare 1871 den 26 October heb ik, ondergetekende Iieter Groen, veldwachter van en woonende in de gemeente Sint Pancras op den eed bij de aanvang van mijn bediening afgelegd, opgemaakt het navolgende proces-verbaal Gistermorgen tusschen acht en negen uur bevond ik mij op surveillance langs den Onderweg, waar ik ter hoogte van het Kruisboschje den persoon van Jan van der Molen

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1994 | | pagina 68