-59- bij zijn vertrek nog ongeveer half vol geweest, hij vond het later leeg terug. Of er meer werd vermist was voor Koning moeilijk na te gaan Wel was in de keuken nog een kan melk leeggedronken. Desgevraagd vertelde veldwachter Jan Pluis dat hij bij zijn surveillance de woning van Koning goed gesloten had gevonden Wel kwam hij iets later in de Kerkelaan Pieter Bruin en Jacob Madderom tegen en had hij gezien dat dezen de weg insloegen die leidde naar het huis van Koning. Omdat hij niet vermoedde dat die knapen van plan waren het slechte pad op te gaan, had hij zijn weg vervolgd om te controleren of de herberg van de wed. Bier op het Kerkplein wel op tijd ging sluiten. Hij was daar enige tijd gebleven. Kort na sluitingstijd waren diezelfde beide knapen binnen gekomen en Pieter Bruin had toen op luide toon een glas brandewijn geeist Dit kreeg hij echter niet, omdat het na sluitingstijd was Zodra iedereen de herberg had verlaten was Pluis weer op weg naar huis gegaan, maar toen hij het pand van Koning passeerde, zag hij dat daar een deur openstond. Hij had daarop aan de deur geroepen, maar er was nie mand verschenen. Omstreeks half elf kwamen Pieter Bruin en Jacob Madder om weer voorbij. Hij had toen Pieter Bruin gezegd dat deze eens bij de buren moest informeren of Koning daar misschien was. Deze was teruggekomen met de boodschap dat Koning niet bij de buren was en vervolgens waren de beide jongens naar huis gegaan. Hij, Pluister, was gebleven om Koning op te wachten en had daarbij gezelschap gekregen van enkele buren. Toen Koning om een uur of elf thuis kwam, hadden ze de zaak gecontroleerd en gevonden, zoals Koning reeds had verteld De burgemeester wilde daarop ook de 22 jarige schuite- makersknecht Pieter Bruin en de 18-jarige landbouwers arbeider Jacob Madderom horen en dezen werd door de veldwachter aangezegd dat ze op het raadhuis moesten verschijnen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1994 | | pagina 61