-58-
te betalen.
Aan het eind van hetzelfde jaar besloot de raad om het
traktement van Pluis te verhogen van f 60,- naar f 75,-
Tien jaar later was hij als veldwachter opgeklommen naar
f 104,en kreeg hij als bode f 26,bij, dus had
hij een weekloon van f 2,50.
Schoonzoon van Jan Pluis was de landman Jacob Tol.
Uit een in St.Pancras opgemaakt boek met proces-verba
len* weten we dat opa Pluis met zijn kleinzonen Gerrit
en Jacob het nodige had te stellen, want vaak waren zij
betrokken bij baldadigheden (kapot gooien van ramen der
Ned.Herv. kerk), ruzies en vechtpartijen.
Maar ook andere knapen bezorgden hem grijs haar, getuige
de volgende gebeurtenissen, geput uit hetzelfde boek met
proces-verbalen, iets ingekort en in meer hedendaagse
taal weergegeven.
-Op de avond van de Tweede Kerstdag 1863 bevond ik, Jan
Pluis, veldwachter te Sint-Pancrasmij in de dorpsher
berg van deze gemeente om toe te zien dat er geen onge
regeldheden plaats vonden.
In de herberg bevond zich ook Willem Booy, arbeider van
beroep en wonend te Sint-Pancras bij zijn vader de
stierloper Cornelis Booy.
Deze Willem schold mij eerst verschillende malen uit.
Later begon hij met andere aanwezigen te vechten. Toen
ik daarop probeerde om hem de herberg uit te werken
wist hij me zo bij mijn das te pakken, dat ik me moei
lijk kon verdedigen en gaf hij mij een klap in mijn
gezicht. Vervolgens probeerde nog enkele malen om mij
te slaan, hetgeen hem evenwel door andere aanwezigen
werd belet.
'Burgemeester, bij mij is gisteravond ingebroken'.
Dit zeggend stapte de 23 jarige Aris Koning op een
maandag de burgemeesterskamer van Klaas Duif binnen.
Vorder vertelde hij dat hij de vorige avond, met zijn
viouw, om een uur of negen nog even naar Alkmaar was
gegaan. Toen ze om een uur of elf weer thuis kwamen,
zagen ze dat een buitendeur was opengebroken en in
huis vonden ze afgebrande lucifers.
Bij controle bleek dat uit een kistje naar schatting
ruim twintig sigaren waren ontvreemd. Het kistje was