-48-
Voor mensen, die hun stamboom uitzoeken, kunnen
deze lijsten van nut zijn.
MAAR WAAROM DEED MEN DIT VROEGER ZO
Wel, in principe moest iedere jongeman van ca 20 jaar
in dienst, maar als ze allemaal op zouden komen, werd
het leger veel te groot. Dus werd er om geloot, wie
wel en wie niét in dienst moest: trok je een laag
nummer, dan werd je soldaat, trok je een hoog nummer,
dan was je vrij.
Enige tijd voordat er geloot moest worden, werd aan
iedere burgemeester bericht hoeveel recruten uit zijn
gemeente moesten komen.
Met deze wetenschap is onderstaande brief begrijpelyk
Aan den Heer Burgemeester van St.Pancras.
Ik heb de eer te berigten dat een nader geneeskundig
onderzoek is verlangd ten aanzien van den milicien
uwer gemeente
Jan Goet no1
van de ligting 1884 en dat hij bij beschikking van
Gedeputeerde Staten van den 25 dezer no.66 wegens
ligchaamsgebreken is vrijgesteld van de dienst bij
de nationale militie.
Hierdoor ontbreekt thans een man aan het aandeel in
de ligting door uwe gemeente in dit jaar te leveren
en ik zend U daarom ter aanvulling een oproepings
brief en wel voor de loteling uwer gemeente
Jan Duif no. 3
met verzoek dit stuk aan den belanghebbende binnen
den bij de wet bepaalden tijd uit te reiken....
De Commissaris des Konings in de provincie N.Holl.
In dat jaar (1883/1884) waren er 7 lotelingen
Jan Goet en Pieter Groen, die lotnrs. 1 en 2 trok
ken, moesten in dienst en degenen, die een hoger
nummer trokken waren vrij, zolang er niemand afviel.
Toen Jan Goet werd afgekeurd, was de beurt aan Jan
Duif.(De conclusie dat het Pancrasser aandeel dat
jaar bestond uit 2 te leveren lotelingen ligt voor de
hand
Om de een of andere reden wilde Jan Duif niet in
dienst en had hij Dirk Johan Fabel bereid gevonden
dit voor hem te doen. Dus de afkeuring van Jan Goet
kostte Jan Duif geld