-33-
of een zigeunerkind met een marmotje in zijn binnenzak,
zingend: "Moet je mijn marmotje zien, 't is zo'n aardig
beessie. t Heb twee ogies en 'n staart; is dat nou geen
centje waard."
Ook hondenkarren, dus door een of twee honden getrokken,
waren geen zeldzaamheid.
De oude Wijker, de 'visboer', kwam helemaal uit Egmond
aan Zee op de fiets, met een grote mand vis op zijn rug.
Op een plankje, bovenop de op de stoep gezette mand,
maakte hij die voor je schoon.
Willem Schuur kwam desgewenst op zijn fiets bij je langs
om uit de boven het voorwiel bevestigde houten bak het
flesje of doosje 'kruien' van dokter, pillen, poeiers of
drankjes, te brengen. En het vorige flesje mee terug te
nemen. Dat werd dan uitgekookt en opnieuw gebruikt.
De doodbidder kwam te voet, met een zwarte uniformjas
vol tressen aan en met een steek op zijn hoofd, die hij
bij het lezen afnam; om het overlijden van iemand aan te
kondigen
Het passagiersvervoer per autobus ging in de vooroorlog
se jaren nog op een gemoedelijke manier. Je kon in de
bus stappen waar je maar wilde. Het was genoeg om je
hand op te steken en de chauffeur storte. Eenmaal in de
bus hoefde je maar te zeggen dat je was waar je wezen
wilde en hij liet je er uit, waar dan ook.
In Alkmaar, bij het station, vertrok de bus pas als de
trein, hoofdzakelijk uit Amsterdam of Haarlem, was
aangekomen. Vandaar reed hij naar het café 'Het Paards
hoofd' van Sleutel bij de Friese brug. Daar bestond nog
de oude doorrijstal voor de paardenkoetsal werd hij
niet meer gebruikt.
Voor het gezellige en op marktdagen overvolle café,
stopte de bus. De passagiers, die er zin in hadden,
stapten uit en gingen er een kopje koffie drinken.
Lauw Tromp, een van de populaire chauffeurs, ging gewoon
even mee en kreeg altijd wel een kop aangeboden.
De andere passagiers bleven rustig even wachten in de
bus, tot die weer vertrok. Over de Friese brug, als die
tenminste niet weer eens open was, of dicht; al naar
gelang je dat vanuit de hoek van de schipper of van de
weggebruiker bekijkt.
De achterbank van de bus, die de hele breedte in beslag
nam, en 'Engelenbak' genaamd, was meestal door het vaak