-25-
PAWCRASSER PARTISANEN.
't Is de zoveelste januari 1945, in de avond, na 'sper
tijd, (de nachtelijke uren waarin je de straat niet meer
op mocht
Wim Rol, mijn vriend, en ik zijn op bezoek bij Ab Meier.
Ab is de "chef" van de motorpatrouille en autokolonne,
de wijdse naam voor de vier en een halve auto en 9
motorfietsen, die het rollend materieel vormen van de 6e
Sectie Gewestelijke Stormtroepen Gewest 11.
Het wachten is op enkele anderen van onze groep, o.m. op
Klaas van Dijkhuizen en (Arie Verduin (van zijn
voornaam ben ik niet zeker)welke laatste ons met een
schuitje naar het molentje van Heinis zal brengen.
Daar zullen we wapens ontvetten.
De moffen zijn in die dagen nogal druk met razzia's
- overdag en 's nachts - en patrouilles maken meestal
's avonds de wegen onveilig.
We hebben 't zo over 't een en ander wat ons dagelijkse
werk van die tijd betreft, zoals het repareren en revi
seren van auto's en motorfietsen, die vrijwillig zijn
afgestaan voor als de "ondergrondse" bovengronds in het
strijdperk zal treden.
"Eh, Ab, voor we verder gaan, heb je hier nog een goede
schuilplaats vraag ik.
"Ja", kan Ab nog net zeggen, "daar onder die bedstee,
waarin mijn kinderen slapen". Want nauwelijks is hij
uitgesproken of we horen buiten schreeuwen: "Halt, oder
ich schiesz".
We weten gelukkig kersvers waar de schuilplaats is, dus
'duiken Met vrij veel lawaai belanden we door het
luik onder de bedstee.
Daar zitten we dan. Door een hartvormig gaatje in het
luik valt een streep licht naar binnen en door dat
gaatje kunnen we een vrij groot deel van de kamer bekij
ken, waar we een ogenblik geleden nog zo gezellig hebben
gekletst
"Offen machen "Schnell 11
Ja, alles moet altijd 'schnell'.
Ab's vrouw, die nog in de keuken aan het werk was, doet
open. "Wo ist der Mann "Wo ist er denn