-22- de classis daarbij tevens te verzoeken om, voor de duur der schorsing, de predik- en andere kerkelijke diensten te St.Pancras waar te nemen, om het traktement, van ds. Schardam (dat toen door de overheid werd betaald) zolang de schorsing duurde niet aan dsSchardam, maar aan de classis uit te betalen. Het bovenstaande vernomen hebbend, besloot de classis ds. Schardam, gedurende zijn schorsing, niet toe te laten tot de classis-vergaderingen Ds. Schardam vocht dit besluit aan met de stelling: "Ik ben door de Heeren Staten en niet door de Kerk ge schorst en in soortgelijke gevallen werden andere predikanten wel tot de classisvergaderingen toegelaten dus eerwaarde heren, wees conseguent en weiger ook mij de toegang niet." Op zich was dit waar. Vermoedelijk heeft de classis, zonder dit uit te willen spreken, zijn alcohol-problemen dusdanig geacht, dat men het goed vond om in dit geval eerst af te wachten, hoe de Heren Staten verder zouden besluiten. Tweemaal heeft ds. Schardam geprobeerd zijn schorsing ongedaan te maken, de Heren te kennen gevende: ""nederig verschooning vraagende over zijne vrijpostig heid in deezen en tevens over zijne verregaande onvoorzigtigheid in het houden van beedestond op den 3e Maart en onbedagtzaame gezegdens toen van den predikstoel gebruikt zijnde"" en besloot hij met: ""dat billijker wijs hangende de schorsing zijn trakte ment aan de classis van Alkmaar vervalt, hij smeekt om eene favorabele dispositie (=gunstige beslissing) van UEd. Mogd., gemerkt hij geene andere middelen van bestaan heeft"" Begin mei werd Schardam gevraagd naar Alkmaar te komen waar één der Heren Staten en de Alkmaarse predikant ds. Odé hem de raad gaven eervol ontslag te vragen aan zijn kerkeraad

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1994 | | pagina 24