verdere gegevens
13
De latere classisnotulen schilderen dsP.JSchardam als
een gewaardeerd en actief lid van dit gezelschap, dat
vooral bestond uit predikanten van Alkmaar en omgeving.
Wanneer het zijn beurt was, fungeerde Schardam als
voorzitter, bijzitter of secretaris.
Hij was lid van enkele classicale commissies en maakte
zich verdienstelijk bij herziening van vergaderreglemen
ten, het regelen van kerkvisitaties en tevens werd hij
enkele malen door de classis afgevaardigd als plaatsver
vangend lid naar een hogere kerkelijke vergadering.
Misschien zijn de volgende voorvallen tekenend voor hem:
In Egmond was een predikantsvacature.
Na rijp beraad werden door de plaatselijke kerkeraad
drie predikanten op een voordracht gezet en daaruit
konden de gemeenteleden hun keus doen.
Voordat deze stemming kon plaats vinden moest eerst de
Ambachtsheer van Egmond zijn goedkeuring aan de voor
dracht hechten.
De Heer wilde dit alleen doen als de voordracht werd
uitgebreid met een vierde predikant, Wouter Roelof
Hellingdijk geheten.
De Egmondse kerkeraad voldeed aan deze voorwaarde.
Vervolgens werd de candidaat van de Ambachtsheer door de
Egmonders gekozen en beroepen 1
Toen dit verhaal op de classis kwam werd algemeen geoor
deeld dat deze gang van zaken in feite onjuist was, want
een ambachtsheer had alleen het recht een voordracht
goed of af te keuren, maar mocht deze niet aanvullen.
Maar, omdat geen enkele Egmonder ook maar één woord van
protest had laten horen en de classis tegen de persoon
van ds. Hellingdijk geen enkel bezwaar had, wilde de
meerderheid het beroep toch maar goedkeuren.
Een zevental predikanten, aangevoerd door ds. Schardam,
tekende protest aan tegen dit classisbeleiddat volgens
hen "informeel en strijdig met kerkelijke wetten" was en
verklaarde uitdrukkelijk dat zij voor dit besluit be
slist geen verantwoordelijkheid wilden dragen.