-40-
In dezelfde tijd kwam er onrust aan de Hogeschool te
Leiden. Twee professoren, Arminius en Gomarusbeiden
belast met de opleiding van predikanten, kregen een
hoogoplopend meningsverschil. Hun theologische ruzie
bleef niet beperkt tot de hogeschool, maar verbreidde
zich over het gehele land.
In Alkmaar voelde Venator, die bij een deel van de ge
meente geliefd was om zijn milde en verdraagzame predi
king, meer voor de gedachten van Arminius(Remonstrant
De beide andere predikanten hielden het op de behoudend
Calvinistische denkbeelden van Gomarus.
Het geschil liet ook de predikanten uit de dorpen niet
onberoerd
Een goede gelegenheid om van gedachten te wisselen over
de godsdienstruzie was de classisvergadering(De clas
sis Alkmaar was een bijeenkomst van predikanten en ker-
keraadsleden afkomstig uit het westelijk deel van Noord
Holland dat ligt tussen Texel en Heiloo.
De meerderheid der classisleden stond achter de leer
van de Contra-Remonstranten.
Om de zaken zuiver te stellen werd besloten om van
ieder classislid te vragen zowel de Nederlandse Ge
loofsbelijdenis als de Heidelbergse Catechismus te on
dertekenen
Vijf predikanten weigerden dit te doen:
VENATOR uit ALKMAAR, ARIS VOLCKERTSZpredikant te OU-
DORP, JAN EVERTSZ te EGMOND, ADRIAEN CLAESZ te BERGEN
en SCHOORL en de beroepen proponent van HARINGHUIZEN,
WILLEM LOMAN genaamd.
Het leverde weigeraars een schorsing op.
De classis erkende hen niet langer als predikant, wilde
hen daarom niet langer toelaten in hun vergaderingen en
sprak tevens uit dat de weigeraars hun ambt in hun
gemeente niet langer mochten bekleden.
Door toedoen van enkele Remonstrants gezinde Alkmaarse
burgemeesters kon Venator zijn werk in Alkmaar onbelem
merd voortzetten. Dat dit zeer tegen de zin was van hun
Alkmaarse collega's en van de classisleden spreekt voor
zich
En ds. Van Hil, stevig gesteund door Jacobus Alberti
van Koedijk en St.Pancras, dacht er niet aan om de vijf
geschorsten opnieuw toe te laten tot de classisvergade
ring