-22-
Kooplieden klaagden dat hun rijk beladen schepen vaak
in het zicht van de haven, terwijl ze de Schelde opvoe
ren, werden gekaapt door Spaanse zeerovers. De met
galeien varende piraten hadden vrij spel. Wel was de
noordelijke Scheldemond met Vlissingen in handen van de
Republiek, de andere oever met de stad Sluis was Spaans
gebied. De haven van Sluis diende vaak als uitvalspoort
voor de zeerovers.
Om een Spaanse aanval te bemoeilijken en tegelijk een
eind te maken aan de schade, die aan onze handel werd
berokkend, besloot Maurits om Sluis te belegeren.
MOEIZAAM WERD DE OORLOG BETAALD.
De steden van de Republiek moesten gezamenlijk zorgen
voor een versterking van Maurits' leger. Iedere plaats
werd opgedragen zorg te dragen voor een aantal solda
ten. ALKMAAR kreeg de taak om 150 soldaten te betalen,
(soldij, bewapening, voeding e.d.j, hetgeen een extra
maandlast van f 1500,betekende.
Het was aan de Staten van Holland te zorgen dat er
voldoende financien waren om de oorlog te bekostigen.
Anders gezegd: De Statenvergadering regelde in Holland
de belastingen.
Iedere stad in Holland vaardigde een of enkele leden
van zijn vroedschap af en gezamenlijk vormden deze
afgevaardigden het grootste deel van de Statenvergade
ring, die in Den Haag placht te vergaderen.
November 1604 moesten de Alkmaarse afgevaardigden even
als hun collega's uit Hoorn en Enkhuizen in de Staten
vergadering een gezamenlijke boodschap overbrengen, die
luidde: Wij, als zeven Noordhollandse steden zijn be
slist niet in staat om de nu weer van ons gevraagde som
van f 300.000, te betalen, want:
de laatste jaren werd ons steeds een buitensporig zwa
re last opgelegd,
hierdoor en door "de sobere navigatie ende haring
vaert ende neringhe" zijn we financieel zo achterop
geraakt,dat het voor ons niet doenlijk is nu weer
zo'n groot bedrag op te brengen.
De Statenleden, reageerden hierop: "Ook onze stad valt
het zwaar om het nu weer gevraagde bedrag op te hoesten