-21-
B. 62 Weiland aan de molen (1686) 't Molenstuk1797-
"*1841
Dit perceel lag ten westen van de molentocht
nabij de molen.
Cap.a.d.IJsselfebr. 1993 J-p- Geus
SINT-PANCRAS IN DE TACHTIG JARIGE OORLOG
Met wijd open oren en glinsterende ogen luisterden we
vroeger naar de verhalen uit de tachtig jarige oorlog.
Met de Alkmaarders stonden we op de stadsmuur de Span
jaarden te keren.
Met stadstimmerman Van der Mey slopen we tussen de
Spaanse belegeringslinies door.
Met Maurits wonnen we de slag bij Nieuwpoort.
Met Frederik Hendrik namen we Den Bosch in.
Voor een ander aspect van de oorlog, nldat deze veel
geld kostte, hadden we minder oog.
WAAROM DE OORLOG GELD KOSTTE.
In 1602 sloegen de Spanjaarden het beleg voor Oostende.
Het was voor hen moeilijk te verteren dat deze Zuidne
derlandse plaats bezet was door de opstandelingen uit
het Noorden.
Het Spaanse beleg maakte dat Maurits moest zorgen dat
Oostende werd verdedigd door een garnizoen van 40 ven
dels soldaten. Voor Maurits' leger betekende dit even
wel een grote verzwakking, die zo spoedig mogelijk
diende te worden aangevuld. Want elders ging de oorlog
normaal door.
Nadat Oostende enkele maanden was belegerd klonk vanuit
Zeeland de waarschuwing: De Spanjaarden treffen gewel
dige oorlogsvoorbereidingen, Oostende is nog maar een
begin, ze willen ons gehele land veroveren....
En dan was Zeeland het eerst aan beurt.