erfpachtrechten en waagrechten e.d. werden vervallen
verklaard en gingen terug naar de vorst.
priveleges e.d. moesten ingeleverd worden.
Er moesten 100 personen komen, aan te wijzen door
Albrecht, die vervolgens zou zeggen, wat met deze lieden
moest gebeuren. (Tevens uit Alkmaar nog 25 man)
ogenblikkenjk moest de Westfriese bevolking een
boete betalen van 6000 Andries-guldens(Alkmaar werd
met 2600.= beboet).
'''alle artillery ende bosschen", het toenmalige
geschut, moest worden ingeleverd.
'Aan de nabestaanden van Claes van Ruyven, de
vermoorde schout van Haarlem, en aan de nabestaanden van
de andere omgebrachte mensen, moest een soort smartegeld
worden betaald. Tevens moest alles wat was vernield,
aan hen worden vergoed. Ook het huis van Claes Corf en
de daarbij behorende inboedel mogst worden vergoed.
'Voor elk bestaand huis moest jaarlijks 2 stuivers
haardgeld worden betaald (in Alkmaar gold 3 stuivers per
woning), een straf die ten eeuwigen dage bleef gelden.
De boekhouding van de haardgeldbetaling over 1493 is
bewaard gebleven. Hierin wordt o.a. vermeld dat de
schepen Theeuz Reynkens onder eede had verklaard dat er
in Sint-Pancras toen 74 woningen stonden en hij
vermeldde daarbij van elk huis de bewoner.
Als nummer 71 en 72 noemt hij resp. Jan de pastoer en
des costers huys".
Indien deze bewonerslijst op dezelfde manier werd samen
gesteld als men dat later deed: Langs de Benedenweg,
beginnend bij het meest zuidelijke huis naar het
Noordeinde, Kerkplein en Twuyverweg, dan zou de pastoor
gewoond kunnen hebben op de plaats waar nu de hervormde
pastorie staat.
Uit het feit dat St.Pancras meedeelde in de straf van
het haardgeld, kan worden opgemaakt dat onze toenmalige
dorpelingen deel uitmaakten van het kaas-en-brood-volk.
Dit blijkt ook uit het volgende: Enkhuizen deelde niet
mee in de straffen, want het nam niet deel aan de
opstand.
Van een aantal plaatsen uit de buurt van Enkhuizen, o.a.
Grootebroek, Ooster- en Westerblokker, Hem en meer met
name genoemde dorpen, wordt meegedeeld dat ze niet
zoveel hebben misdaan als de andere dorpen en daarom
lichtere straf kregen. (Hun strafvermindering moest door
de anderen worden bijbetaald.)
- 80 -