Een burgemeester was wel voorzitter van de raad, maar
het was niet nodig dat hij tevens lid was en stemrecht
had in de raadsvergadering.
"De koning heeft recht om burgemeesters te benoemen en
te ontslaan", wat in de nieuwe wet uitdrukkelijk werd
genoemd, had veel meer zin gekregen.
Het lijkt er dus op dat in 1851 in verband met de nieuwe
wet alle Noordhollandse burgemeesters werden bekeken of
ze wel of niet voor herbenoeming in aanmerking kwamen.
Er rijst dan de vraag: Waarom werd de een wel
herbenoemd, bijv. J.de Boer en K. Muntjewerf, en de
ander niet, zoals K.Duif en D. de Geus. Omdat in dit
geval de burgemeester van de nabuurgemeente tevens
eerste burger werd in de gemeente van de ontslagen
burgemeester, ligt het voor de hand te denken: Er zal
wel weer een gemeentelijke herindeling op til zijn
geweest.
In een provinciaal rapport over herindeling van
gemeenten in Noord-Holland, uitgebracht omstreeks 1950,
wordt een historisch overzicht gegeven van de
herindelingen in dit gebied.
Daarin wordt o.m. verteld: In 1811 besloot Napoleon om
o.a. Broek, Sint-Pancras en Oudorp samen te voegen tot
één gemeente.
Na de Franse tijd werd deze samenvoeging weer teniet
gedaan, vooral omdat deze plaatsen 'heerlijkheden' waren
en als zodanig bezit van een ambachtsheer.
Toch liet men de gedachte om Pancras en Broek samen te
voegen tot één gemeente niet los. De provincie bleef er
op broeden en ook de Minister van Binnenlandse Zaken
hield het in gedachten. In 1829-1830, bij de plannen
voor een grootscheepse gemeentelijke herindeling, werd
dit zeer ernstig overwogen.
Dit omvangrijke plan werd door Thorbecke afgeblazen,
enkele deeltjes ervan hield hij in gedachten, o.m. de
samenvoeging van Pancras en Broek.
Toen in 1851 bleek dat beide gemeenten het vereiste
minimum van 25 kiezers haalden, lieten zowel de Minister
als Gedeputeerde Staten ook dit samenvoegingsplan varen.
Dus kan moeilijk staande worden gehouden dat Klaas Duif
het veld moest ruimen voor een op handen zijnde
herindeling.