Vaak waren de akkertjes met rietschuttingen omgeven om
de kou zoveel mogelijk te keren.
Bij het koolplanten werd ruimschoots gebruik gemaakt van
kinderarbeid. Met het aangeven van planten kon 50 tot 60
cent worden verdiend, in veel gezinnen een welkome
bijverdienste.
Soms probeerden Pancrasser bouwers, die nog ruimte in
hun 'boet' hadden, om elders kool te kopen, waar men
niet in staat was om deze de winter over te bewaren. Zij
verkochtten deze kool dan in het volgende voorjaar.
De ervaring leerde dat men beslist niet meer dan 20.=
voor een snees kool moest betalen, omdat het anders door
de bijkomende kosten van vervoer en bewaren geen lonend
gebeuren meer was.
In tijden wanneer de koolbouw weinig verdienste bracht,
probeerden men wel eens andere teelten. Zo nam men hier
proeven met schorseneren en suikerbieten. Over het
algemeen leverden deze proefnemingen weinig op.
FRIESLAND. KENNEMERDAND EN VRONEN'.
Samenvatting van de op 20 november 1991 te Sint—Pancras
gehouden lezing.
Wie zich met de vroege geschiedenis van een stad, dorp
of streek bezighoudt, heeft meestal maar weinig directe,
schriftelijke bronnen tot zijn beschikking.
Vóór de 12de eeuw zijn deze zelfs uiterst schaars; van
wat tussen de 12de en de 16de eeuw is geproduceerd is
veel verdwenen of vernietigd. Wat over is, moet kritisch
worden bekeken. Objectief zijn de bronnen zelden. Er kan
sprake zijn van sjablonen, literaire gemeenplaatsen of
stereotype voorstellingen.
Berichten kunnen eenzijdig of partijdig zijn. Zelfs
vervalsingen of pure fantasieverhalen komen veelvuldig
voor.
Er zijn echter middelen om het schaarse en vaak
onbetrouwbare schriftelijke materiaal aan te vullen en
te corrigeren. De bodemkunde en de historische geografie
leren ons, hoe het landschap door natuurlijke processen
werd opgebouwd en welk stempel de mens er vervolgens op
heeft gedrukt.
- 35 -