-69-
Een onbekende tijdgenoot van Hugo van Rijn schrijft zonder meer dat het
parochietje met nauwelijks 200 communicanten - hij zinspeelde hier
op een onderzoek naar de bevolking in 1514 - niet een opvolger kan
zijn van een plaats van betekenis. En met deze opmerking werd prak
tisch de discussie over een grote stad Vronen gesloten.
Dat is wel gemakkelijk, maar niet helemaal juist.
Vronen heeft zeker bestaan en was voor 1100 echt de belangrijkste
stad in het Friese gebied.
Vooral door aktiviteiten van de kant van de Franken kwam er concur
rentie. De Franken wilden Friesland onder hun gezag brengen.
Eikelenberg zegt in zijn verhaal over de regio
""De nijdt der Vrooners over de aanwas van Alkmaar, nu tot de
grootte van een steedeke aangegroeidtwas niet de oorzaak van
de woede der Vriezen. Die vertelling is maar een verdigtzel.
Vroone was wel hun verzamelplaats maar geene vesting.""
Als men dat zo leest, zou men willen vragen aan de heer Eikelenberg:
'Waar heeft U deze kennis vandaan en
'Waar steunt U op als U beweert dat Vrone maar een gat geweest is
zonder enige betekenis Op het feit dat in 1303 na een bloedig
treffen tussen Friezen en Franken geen enkele steen meer is over
gebleven
'Of is de schuld van de ondergang "de afkeer van het nieuw opge-
koomen geloof"
De Friezen hadden hun bezwaren tegen het christendom.
De verbinding van Willibrord met de Frankische vorst Pepijn heeft
het vertrouwen van de Friezen in de geloofverkondigers gestoord.
Maar nergens heeft men kunnen vinden tenzij alleen in het optreden
tegen Bonifatius, dat ze de christenen doodden: nee, men liet hen
begaan, maar men negeerde hen volkomen.
Als in de 11e eeuw er in het grensgebied wat katholieke gemeenten
komen dan zijn deze maar heel klein en ze liggen onder de rook van
het gebied van de Franken.
In 1063 hoort men spreken over Vroele en Oudorp als kerken, die
onder de abdij van Egmond vallen. Het is niet veel, want in de lijst
van 980 wordt er gesproken over de hele kleine gemeenten van
Aldenthorp (Oudorp) en Vronlo, die van weinig betekenis zijn.
Het zijn veel meer de kerken van wat mensen, komend van de andere
kant van het water, die zich in deze plaatsen hadden gevestigd
en door de Friezen werden geduld.