Q, w v
y cf34,
DE HOORNSE VAART
-co-
De tuinders van de Langedijk waren niet bijster gelukkig met deze nieuw
gegraven vaart, die een omlegging betekende van de Langedijker vaart,
waardoor de tuinders een langere weg moesten afleggen. In het jaar
1626 waren de gemoederen hierover zo verhit, dat een groep met spa
den gewapende tuinders richting Halvemaansbrug trok. In Broek waren
het al 150 mannen.
De schepenen van Langedijk bleken niet in staat de gemoederen te sus
sen. Via de Nollen trok een menigte naar de Halvemaansbrug en een
andere groep naar de overtoom bij Jan BoyesBij de brug werd een po
ging ondernomen om de vaart te dempen. Vanuit Alkmaar waren inmiddels
enige magistraten naar de Hoornse weg gekomen en samen met de schepe
nen uit Langedijk probeerden ze de menigte tot bedaren te brengen.
Tevergeefs, want enige tijd later lag er al een dam van wal tot wal.
Dat ging de magistraten van Alkmaar te ver en ze stuurden twee com
pagnieën soldaten. De ene compagnie naderde langs de Hoornse weg en
de andere over de Munniken -brug. Toen de soldaten naderden vluchtten
de tuinders in paniek. De soldaten volgden de tuinders tot in de Nol
len. De dam werd weer opgeruimd en de besturen der dorpen kwamen
later tot een vergelijk.
Hierna volgt een afschrift van een contract dat de gecommitteerden
van Alkmaar en Heerhugowaard in 1634 sloten met Oudorp over de omslag
van de lasten van de Nieuwe vaart van de Wielen tot de overtoom
Jan Boyes.