-9-
snelle daling van het maaiveld; ontwatering heeft sterk inklinken
tot gevolg.
Later schakelt men daarom vanwege de hoge waterstanden over op vee
teelt.
De eerste bewoningssporendie tot nu toe gevonden zijn op de strand-
wal van Sint-Pancras en van Huiswaard'stammen uit de late ijzertijd,
een tijd waarin visvangst en jacht wellicht ook een bron van bestaan
waren
In ieder geval is een vorm van tuinbouw-voor-handel in die tijd niet
bekend
De strijd om het water.
De Rekere heeft in de vroege Middeleeuwen een belangrijke afwaterings-
taak. In die tijd is de Rekere een soort riviertje, dat via de Zijpe
in de Noordzee uitmondt.
De Rekere ontstaat uit samenvoeging van de Leek, de Ye en de Schou-
sloot en voert water van een groot gedeelte van West Friesland af.
Geschat wordt dat de oorspronkelijke veenlaag in dit gedeelte van West
Friesland 2 a 3 meter boven N.A.P. reikte. Door het geleidelijk in
klinken van het veen-pakket krijgt vanaf de tiende eeuw het zeewater
steeds meer vrij spel. Via de Zijpe vinden regelmatig overstromingen
en kleiafzettingen plaats, die in het Geestmerambacht variëren van
plaatselijk zware pakketten klei tot veel meer lichtere zandhoudend
klei
In de dertiende eeuw begint men met de aanleg van die dijken, die
uiteindelijk de Westfriese omringdijk zullen opleveren. Omstreeks 1250
is dit werk gereed.
Door deze ontwikkeling is in het Geestmerambacht een rijk geschakeer
de bodemgesteldheid tot stand gekomen.
Met de komst van de Omringdijk was de grootste strijd tegen het water
gestreden. Weliswaar kennen we nog een hele serie van dijkdoorbraken
en overstromingen, maar toch zien we in de Middeleeuwen een belang
rijke ontwikkeling van in eerste instantie veeteelt.
Het aanvankelijk nog vochtige landschap verdraagt veeteelt beter dan
land- of tuinbouw. Het land in hoofdzaak in handen van de kerk, een
klooster of de adel, komt in de tijd van de verwoesting van Vrone in
bezit van de graaf van Holland.
De ontwikkeling van de vroege tuinbouw.
De oudste bronnen over de bodemcultuur zijn de "Enqueste" van 1494
en de "Informacie" van 1514, waarin melding wordt gemaakt dat naast