-38-
ter sprake dat er enkelen zijn die weigeren de erfpacht te betalen.
Men wil bij de provincie vragen hoe nu moet worden gehandeld. Gedepu
teerde Staten laten echter weten dat zij geen advies geven maar ver
gunning voor een te voeren procedure afhankelijk stellen van een des
betreffend raadsbesluit gesteund door een rechtskundig advies.
In de raadsvergadering van december 1882 blijkt dat sommigen al vanaf
1879 nalatig zijn. Het betreft Louwris Briefjes (te Huiswaard die
van 3 percelen in totaal 7,37% per jaar verschuldigd is,
C. Henneman te Huiswaard gem.Koedijk) die van 5 percelen in totaal
9,05 moet betalen en S. de Jongh te Öudorpdie op de staat van
erfpachtschuldigen over 1882 niet voorkomt en dus vermoedelijk voor
een ander optrad.
Zij worden aangeschreven het verschuldigde over de jaren 1879, 1880,
1881 en 1882 vóór 20 januari 1883 te betalen, daar anders tot ver
volging zal worden overgegaan.
C. Henneman en S. de Jongh schreven daarop een brief aan de gemeente
die helaas niet bewaard is gebleven, zodat hun motieven niet bekend
zijn. Vermoed wordt dat zij het, als bewoners van Huiswaard en Oudorp
maar vreemd vonden om jaarlijks een bedrag aan de gemeente St.Pancras
te moeten afdragen. Zij betaalden dan ook niet.
31 januari 1883 werd besloten dat de burgemeester, met de aanwezige
stukken, naar een rechtskundige in Amsterdam zou gaan. Op verzoek van
de Amsterdamse advocaat Mr. A.H. van Nierop wordt op het hypotheek
kantoor te Alkmaar geinformeerd of de erfpachtsrechten ook in het
kadaster zijn opgenomen. Dat is niet het geval en dat is een grove
nalatigheid van het gemeentebestuur van omstreeks 1830, toen de
gegevens voor het kadaster werden verzameld. Alle erfpachters zijn
toen als volle eigenaars ingeschreven en nergens blijkt dat de gemeen
te St.Pancras in feite eigenaar van de grond was met de eigenaren
van de opstallen als erfpachters. In verband met dit verzuim meende
de advocaat een procedure te moeten ontraden.
In januari 1885 beschikt de gemeente over een rechtskundig advies
van Mr. J. Kapeine van de Capello uit Amsterdam en stuurt dat naar
Gedeputeerde Staten. Gedeputeerden vinden het stuk niet voldoende
voor een proces. Zij adviseren archiefonderzoek naar de oorsprong van
de erfpachtsrechten.
Op het Rijksarchief in Den Haag wordt alles betreffende de erfpachten
onderzocht en door de waarnemend Rijksarchivaris in een uitvoerig
rapport meegedeeld.
Gedeputeerden zien in het rapport nog wel een mogelijkheid voor ver
dere actie en adviseren om een rechtsgeleerde uit Alkmaar in te
schakelen