-34-
ZWEMMEN BIJ DE SPOORBRUG III
po ra(p)s(h)ek
Achteraf herinner ik mij dat het in de warme zomer van 1929 moet zijn
geweest dat we gingen zwemmen bij "PomsekV Zo klonk dat als kind in
je oren.
In de Vronermeer stond toen het molentje van Heinis. De familie Hei
nis stond graag te kijken bij het zwemmen, 't Was een vrolijke boel.
Toch weet ik nog dat ik het soms eng vopd. Je stapte overboord van
het schuitje waarmee Opa je gevaren had en gelijk voelde je de water
planten aan je voeten.
Deze pret hadden we altijd 's avonds na zessen want eerder was het
niet mogelijk vanwege het werk op de akker. Vooral als er meer
schuitjes kwamen met kinderen die op de ondiepe plaats, waar je kon
staan, gingen zwemmen. Nou ja, het was meer ploeteren. Zwemmen was
toen nog niet zo in.
't Water was toen nog helder, soms keek je tot op de bodem.
Of t zo schoon was met al die "huissies op sloot
Toch was het gebruikelijk dat je niet in bad (de tobbe) ging, want je
had gezwommen. We probeerden het spel steeds langer te laten duren
want dat hield in, dat je later naar bed ging.
Gewoonlijk moesten we om zeven uur in de bedstee liggen. "Kinderen
achter de deurtjes hoorde ik Opoe of moeder zeggen.
De bedsteden waren in de kamer, dus je hoorde nog wel eens wat vóór
je ging slapen. Door 't kiertje gluren was óók spannend, vooral in
de winter. Je keek dan in het schijnsel van de lamp en zag gouden
sterretjes. Een geliefde bezigheid was ook het bijten op de beddeplank.
Dat gaf een héél aparte smaak.
Je kon ook in de krib klimmen, die aan het voeteneind was ingebouwd.
Vanaf die hoogte liet je je met een plof naar beneden vallen.
Er is dus niets nieuws onder de zon, want nu nog springen kinderen
op de bedden. U ziet ik ben wat afgedwaald, maar van 't één komt het
ander
Klazien Visser.