-32- Ik heb leren zwemmen in het zwembad van Alkmaar. Het vroegere, dat op palen in het Noordhollands kanaal stond, aan het Zeglis, een tweehonderd meter van het accijnstorentje Iets verder was, als ik mij goed herinner, de aanlegsteiger van de Alkmaar-Pakket. Dat zwembad was aangelegd volgens hetzelfde principe als het Broeker, maar dan veel groter. De zwemles kreeg ik van mijnheer Roggeveen. Later is deze, om zijn verzetswerk, doodgeschoten door de Duitsers, als ik goed ben inge licht. Dit zwembad is verdwenen, als ik mij niet vergis, toen het overdekte bad, in 1937 werd geopend. Daar kon je van die onelegante zwarte katoenen badpakken huren die, nat aan je lijf plakten en over het geslacht van de drager niets te raden over lieten. Ook heb ik wel gezwommen in een piepklein zwembadje in de Heerhugo- waard, bij Oudorp aan de Huigendijk. Was het in de Oostertochtsloot Daar was alleen maar een houten bak, geen kleedhokjes. Wel een klein houten woonhuisje Als "badmeester" fungeerde een witgebaarde oude (voor mij tenminste) man, Koeman voor het wel heel schaarse publiek. Behalve mijn vader en ik heb ik er nooit iemand gezien. Ik bewaar er nog een film opname van. Maar niemand die ik ernaar heb gevraagd, kon het zich herinneren. Misschien nog een lezer van "De Klin Het zwemmen in de sloot was overigens niet zonder gevaar. Al was er in die jaren van watervervuiling nauwelijks sprake, toch kon je er wel ziektes van oplopen, zoals ik eens de ziekte van Weil (in 't woordenboek niet vermeld), waar de aanwezigheid van ratten iets mee te maken had. Nog even wat 't Broeker zwembad betreft. Is dit verdwenen in de tijd dat de afzanterijen ten zuiden van de spooroverweg aan de gang waren en het zand met kiepvrachtautos van daar naar een losplaats werd gereden Die losplaats, waar het zand in vletten werd gestort, lag aan de ringvaart benoorden de molen van Jong. De weg daarheen, met ijzerplaten belegd, liep misschien over het gebied van het voormalige Broeker zwembad. Wie kan het zeggen Iedere tijd heeft zo zijn modewoorden of -kreten. Zoals het nu mode is om doeg of doej te zeggen. In mijn jongenstijd was het onder ons gebruikelijk om in plaats van "Nou-zeg" te zeggen "Oi wierp", soms zelfs uitgebreid tot "Oi wierp jan kiezènpoep oef'.1 Joost mag weten wat het betekende. Als je een jongen voor zijn huis riep was dat altijd met de jodelkreet "Hoe-ait" en dan langgerekt de naam. Dat was ook de tijd van de belastingplaatjes voor de fiets. Het kostte een rijksdaalder .Gratismet een gat erin, voor de werklozen. Charles Destrée, januari 1990.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1990 | | pagina 34