-14-
Januari 1864.
Een echt, ouderwetse wintermaand.
De Alkmaarsche Courant meldde o.a. dat een aantal schepen van de
maatschappij Nederland hadden geprobeerd het ijs van het Noordhollands
kanaal te breken, maar hun pogingen hadden moeten staken. -
En de liefhebbers van schaatsen konden hun hart ophalen. De courant
vertelde tevens dat Noordhollanders per schaats een dagtocht maakten
langs de zeven Noordhollandse steden. t
In deze barre wintertijd vond de aanbesteding van de school plaats.
De Commissaris van de Koning was in eigen persoon aanwezig. Ook de
hoofdingenieur van Waterstaat zag toe, dat de aanbesteding goed ver
liep
De laagste inschrijver was Jan Komen uit Hoogwoud voor 9.370,
(zie Staat van inschrijvingen)
De bouw was begroot op 10.200, dus had men een meevaller van
ruim 800,
Het financiële plaatje zag er als volgt uit:
Rijk en provincie betalen ieder School en schoolhuis
2.615,50 5.231,kosten samen 8.231,
de gemeente betaalt 3.000,de raadkamer
de gemeente betaalt 1.139,kost 1.139,
totaal 9.370,-- 9.370
De erfpachten, aanvankelijk geschat op 3.000,brachten uiteinde
lijk 4.200,op. Hieruit kon dus ruimschoots het gemeenteaandeel
groot 4-139,worden betaald.
Het nieuwe gebouw kwam vóór het oude te staan.
Raadsnotulen maken gewag van een aantal bomen van de schoolwerf, die
werden gekapt en als brandhout verkocht. Vermoedelijk stonden deze
bomen de nieuwbouw in de weg.
Door de nieuwbouw te laten plaats vinden voor het bestaande gebouw,
was het mogelijk om te bepalen dat de oude school en het bijbehorende
schoolhuis niet mochten worden afgebroken, voor de nieuwbouw gebruiks
gereed was
Tenslotte kreeg de aannemer te horen, dat hij de oude stenen, goed
schoongemaakt bij de nieuwbouw mocht gebruiken, mits de stenen niet
beroet waren.