-13-
Heel trots werd vermeld:
In St. Pancras wordt onderwijs gegeven in die vakken, welke worden
voorgeschreven door de onderwijswet van 1857
Over de leermiddelen valt niets te klagen.
En het aanwezige schoollokaal is geheel voldoende.
Heel mooie woorden.
Maar de werkelijkheid was wel iets anders.
Vermoedelijk gaf men een rooskleurig beeld, omdat anders in de buidel g
getast moest worden en die buidel was leeg...
Toch kwamen er langzamerhand verbeteringen.
In het onderwijsverslag van 1861 - het jaar waarin L.v.d.Vijzel hier
hoofdonderwijzer werd, terwijl er in 1860 een kwekeling aan de school
was gekomen - zei de raad: Er gaan 87 leerlingen op onze school.
Voor zoveel kinderen - en we hebben reeds enige jaren zo'n schare -
is ons schoolgebouw minder geschikt.
Vandaar het besluit: we gaan een nieuwe school schoolhuis raad
kamer bouwen.
Echter. .onze financiën zijn ontoereikend. Wij kunnen niet meer dan
3.000,missen En om aan die 3.000,-- te komen, moeten we een
kip met gouden eieren slachten, we moeten onze erfpachten verkopen,
(zie in deze Klin: St.Pancras en de erfpachten van de Vroonlanden).
Maar dit deed de raad liever, dan een jaarlijkse aflossing van 100,-
a 200,want dan werd het nooit weer dag.
En...... als de provincie geee financiële steun verleent, kan de
nieuwbouw niet doorgaan
De provincie gaf de gevraagde steun niet.
Een grote teleurstelling.
Als laatste mogelijkheid dacht de raad aan een beroep op Zijne Majes
teit de Koning.
Er werd een roerende brief geschreven:
Onze school bevindt zich in een uitzondelijk slechte toestand. Eigen
lijk mogen we er geen kinderen in huisvesten.
Ook is ons leerlingen-aantal groeiende. (Meer kinderen kwamen trouwer
op school-iets wat de onderwijswet van 1857 ook beoogde)
Echter, wij zijn maar een heel kleine gemeente met heel weinig gegoede
burgers. (En van de gegoede burgers moesten de gemeentelijke inkomsten
komen)
Dus zelf kunnen we onmogelijk een nieuw gebouw betalen.
En omdat wij er geen gat inzien, komen we bij U. Help ons alstublieft.
Dit hielp.
Rijk en vervolgens ook de provincie zegden financiële hulp toe.
