-7"
Aan de burgers van St.Pancras u/erd toen gevraagd u/ie bereid u/as om
een man, een vrouw of een kind in huis te nemen voor een tijdje.
Nu, dat waren er heel wat.
Zo gebeurde het, dat op 19 oktober 1914 veel Belgen in St.Pancras
werden ondergebracht en hiervan maakten mijn vader, mijn zuster en ik
deel uit.
Ik zie het nog voor me: de hele stoet lopend bij de spoorweghalte.
Zo kwamen we het dorp in.
Gaandeweg werd de stoet kleiner en verdween er een in een huis.
Totdat mevrouw Ten Hoeve mij bij de hand nam en mij afleverde op
Benedenweg 154 bij de familie C. Bakker, waar ik als kind werd aange
nomen
Daar werd eerst gevraagd, hoe ik heette. En ik zei: Josephina Treels
oud 10 jaar.
Mevrouw Bakker dacht, dat ik haar taal niet verstond en ze vroeg aan
mevrouw Ten Hoeve of ik wel een kopje thee zou lusten.
Die dacht wel van niet, omdat in Belgie door de kinderen bier werd
gedronken
Maar ik had alles verstaan en dacht: Dat gaat mijn neus voorbij I
Dus ik riep al gauw: "Ik lust wel thee'.' Want dat was nou net iets,
wat we niet veel kregen in het weeshuis en dat ik juist zo graag
lustte
Dit er eventjes tussendoor, want ik heb het later nog heel wat keren
moeten horen.
Ondertussen was mijn zuster Virginie Treels bij Jan Roos op de Boven-
weg 2 afgeleverd. Jan Roos had daar een melkzaak. Dat ging toen nog
met een emmer melk aan de hand langs de huizen en werd per liter of
halve liter afgeleverd.
Deze familie bestond uit vader, moeder Jan en Anna Roos.
En zo komt het dat op de kaart, die Oud Sint Pancras
laat zien, Virginie Treels en Anna Roos met een melkemmer aan de
hand, staan.
De meeste Belgen zijn niet lang in St.Pancras gebleven. Toen het weer
wat rustiger werd met de oorlog, gingen ze weer naar huis terug.
Mijn zuster, die toen ze in St.Pancras kwam, 17 jaar oud was, is hier
5 jaar gebleven. Daarna wilde ze weer naar de familie terug.
Ik ben hier gebleven, want ik had het best naar mijn zin. En hoewel
ik nu nog vaak naar mijn zuster ga, die 91 jaar oud is heb ik er geen
spijt van dat ik hier ben gebleven en ben ik altijd weer blij als ik
in St. Pancras teruq ben.
J.J. Hopman-Treels.