-53-
Nu was ik in mijn hart niet zo voor dat soldaat-spelen.
In de eerste plaats vond ik dat geen mens het recht had om mij te
kommanderen, net zo min als ik dat bij anderen deed.
Bovendien vond ik het onmenselijk en onzinnig om te leren hoe je
een ander moest dood maken.
Maar weigerde je dienst dan betekende dat gevangenschap en buiten
sluiting van een rijksbetrekking. Dit vond ik bepaald geen vrijheid.
Nu hoorde ik dat je ook werd afgekeurd als je een spraakgebrek had.
Stotteren
Nou, dat heb ik gedaan en ik werd afgekeurd.
Ik oefende een beetje en keek toe hoe een stotteraar met zijn mond
trok als hij een bepaald woord niet uit kon spreken. Dus dat had ik
al spoedig onder de knie. Maar toch, de twijfel bleef.
Daartegenover stond dat des te minder de jongens wisten van de moge
lijkheid, des te groter de kans van slagen was.
Met vader en moeder sprak ik er niet over, dan kreeg ik geen commen
taar ook.
Doofheid, geestelijke of lichamelijke onvolwaardigheid werd wel vaker
gesimuleerd, maar dat wisten die militaire artsen ook verdraaid goe
Goed, de dag van de keuring was er.
Met 12 jongens van het dorp gingen we op de fiets naar Heer Hugo-
waard. Onderweg zei ik tegen de jongens:"Als ik straks een spelletje
speel, dan geven jullie geen draad hoor
Toch was ik wel erg gespannen.
We moesten bij zo'n hoge militair komen. Aan hem moest je je naam en
beroep opgeven.
Mijn naam werd al gauw afgeroepen :"Schuit Pieter Tja, bij de
militie is het zeker gewoonte om de gehele boel om te draaien,
zelfs je naam
Dus keek ik die pief groot aan, trok met mijn mond, maar ik gaf geen
pukkel. Die snuiter las toen mijn naam voor en ik knikte dat het in
orde was.
Daarna moest ik onder de meetlat en werd er gevraagd of ik nog
gebreken had. Ik schudde met mijr. hoofd van nee.
Later kwam er een sergeant naar me toe en zeidat ik tegen de dok
ter moest zeggen dat ik een spraakgebrek had. Ik keek weer groot naar
die man en speelde hetzelfde spelletje. Hij vroeg me toen of ik lie
ver had dat hij de dokter ervan in kennis stelde. Natuurlijk knikte ik
ja.