-19-
Socrtgelijke praktijken zag men op allerlei gebied.
Bij de post.
Of bij die baljuw. Om in zijn functie te worden benoemd, moest hij bij
de Heren Staten 100.000,op tafel leggen.
Had hij zo de baan gekocht, dan was hij verzekerd van een jaarsalaris
groot 2.000,
Op rente gezet, had deze 100.000,jaarlijks 4.000,opgebracht.
Maar naast zijn salaris wist de baljuw diverse bronnen aan te boren,
waardoor hij uiteindelijk de 4.000 ruimschoots overtrof.
Hetgeen natuurlijk ten koste ging van "Jan-met-de-pet".
Een simpel voorbeeld,niet. van dezelfde baljuw)om dit wat te verdui
delijken.
Begin 1726 werd te N.Scharwoude een zekere Gerrit Schoenmaker dood
aan de kant van de weg gevonden. De baljuw, moest dit lijk schouwen.
Vastgesteld moest worden of de dood natuurlijk of anderzins was
ingetreden
Na dit gedaan te hebben, bracht de baljuw bij de nabestaanden het
volgende in rekening:
Voor zichzelf 6,voor zijn 3 helpers elk ƒ3,maakt 9,en
voor de schout één gulden tien stuivers, dus totaal 16*5 gulden.
Om deze inleiding te besluiten een zin uit mijn geschiedenisboek:
""De ambachtsheren verkochten elk ambt. Zelfs dat van dorpsdokter
En de kwakzalverdie meer bood, kreeg de voorkeur boven een be
kwaam arts. Schouten en secretarissen plachten hun schulden uit
de dorpskas te betalen.
De AMBACHTSHEERLIJKHEID.
Sint Pancras was een ambachtsheerlijkheid.
Hiermee werd niet bedoeld dat het zo heerlijk was om in St.Pancras te
wonen. Het betekende dat St.Pancras het bezit van een HEER was.
De toedracht was als volgt geweest:
Zoals in een vorig artikeltje werd verteld, had Floris V omstreeks
1288 de West-Friezen onderworpen. Dezen moesten hem toen als hun
HEER erkennen. En hetzelfde gold voor de na hem komende graven.
En in deze functie trokken ze bepaalde inkomsten uit dit gebied
en benoemden ze functionarissen als baljuw, schout, secretaris, enz.
Na de graven komen er vorsten als keizer Karei V en koning Filips II.
Beiden bezaten meerdere titels één ervan was: HEER der Nederlanden.
In 1581 werd koning Filips II afgezworen.
De heerlijkheden kwamen in het bezit van de Regering en ze werden
beheerd door de stadhouders.
In .1702 had men genoeg van de stadhouders. De Regenten wilden zelf
de macht.