De fietsen waren allemaal zgn. "doortrappers".Een step, een soort
uitstekende pin, bevestigd aan het frame bij de achteras, was de
opstap. Een voet werd er opgezet en met de andere moest je dan
afzetten om wat vaart te krijgen, voordat je op het zadel kon gaan
zitten.
Eerst hadden we een kaarslantaarn als fietsverlichting, enkele jaren
later de carbidlantaarn.
In latere tijden kwamen kettingkast, "free"wiel, en terugtraprem.
De machines werden met stoom aangedreven, zoals bij de spoorwegen
de stoomlocomotief. Een stoorr.fiets heb ik nooit zien rijden.
Motorfiets en auto waren nog zeldzaam en daar werd dan ook veel
commentaar op gegeven.
De film stond nog in de kinderschoenen. Men noemde de bioscoop toen
een kinematograaf. Duivelswerk volgens de kerk. Vanaf de kansel
werd tegen de kinematograaf gewaarschuwd.
De telefoon werd alleen nog maar gebruikt door de gpote zakenman.
Het eerste vliegtuig ging vliegen. Dat was omstreeks 1913.
Het leven van mijn jeugd was gemoedelijk en rustiger als nu,
soberder, met veel minder weelde. Voor de meeste mensen was het
hard werken en vechten cm een bestaan. Ik denk ook ,dat de mensen
toen harder waren als nu. Mede door het zware werk. Let maar eens
op, die mensen, die het zwaarste werk verrichten, gebruiken ook vaak
de ruwste woorden.
Er waren bijzondere figuren.
Zoals Hop, een zwerver, die hier kwam bedelen.
Volgens de verhalen kwam hij uit een deftige familie.
Hij liep trouwens als een aristocraat, fier, rechtop. En zijn uit
spraak was ook goed gearticuleerd en klonk min of meer deftig.
Eens zei hij tegen een Alkmaarse notaris: "Ja, u zou wel willen dat
Hop U uitschold voor een dief en een oplichter, maar Hop is wijzer
en Hop zegt dat niet'.'
Daar was oude Willem. Zijn vrouw Maartje (Maari, noemde hij haar)
had gordijnen gekocht.
Willems kommentaar daarop was: "De Heer schonk ons het licht en
Maari hangt er flarden voor."
Jaap Miessen, mijn buurjongen, werd zwaar ziek, longontsteking.
Dat was in die jaren een heel ernstige ziekte. Er was nog geen
penicilline en veel mensen stierven door te hoge koortsen.
Ik ging hem bezoeken en vroeg, hoe het met hem ging.
Danig verzwakt en met een paar holle ogen keek Jaap me aan en vroeg
of ik de courant niet had gelezen, want daar stond zijn overlijdens
bericht in.
-47-