Het was maar licht vuurwerk, toch verschoot de loco-burgemeester behoorlijk van de klap. Drie weken bleef ik uit de buurt van de gezagsdrager, want hij was nogal poestig. Thuis. Mijn jeugd verliep vrij rustig. Vader was een kalme man. Tot op zekere hoogte. Want als hij kwaad werd, moest ik maken, dat ik wegkwam. Een foto van hem bezit ik niet meer. Maar dat is niet nodig, want ik kan hem nog precies voor me halen. De herinnering aan zijn doerv zijn manier van spreken, zijn manier van lopen is altijd me bij gebleven en dat vind ik mooier als welke actie-foto ook. Nog zie ik ze voor me in de kamer zitten, vader en moeder. Vader in oe rieten stoel. Altijd de pet op, vandat hij opstond tot hij naar bed ging, die pet bleef op. Moeder, altijd met iets bezig, kousen breien of stoppen, ze kon gewoon niet stilzitten. Vader, de krant lezend. Een krant, die altijd schokte. Hij had een zware hartslag, dat veroorzaakte dat schokken. Het kwam van een hartafwijking, waaraan hij op 59-jarige leeftijd is overleden. Moeder is tachtig jaar oud geworden. Mijn zuster overleed in het jaar 1917. Omdat de hygiëne op geen stukken na zo was als nu, waren er toen veel meer besmettelijke ziekten. Wel was er inenting tegen de pokken, maar daar hield het ook mee op. Veel mensen stierven dan ook aan tuberculose, of, zoals ze toen zei den, aan de tering. Dat kwam, omdat de slachtoffers langzaam uit teerden. Hele gezinnen stierven uit. Sanatoria waren er nog niet. Ook mijn zuster is er aan gestorven. Ze is 18 jaar oud geworden. Nooit zal ik haar vergeten. We scheelden maar een jaar in leeftijd. Dat was een zwarte dag in mijn leven. Mijn broer Jan leeft nog. Hij is 5 jaar jonger dan ik, maar hij is inmiddels toch al weer 74 jaar oud. ■39-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1987 | | pagina 41