Grootmoeder, ja, ik mocht haar wel. Had je gebrek aan een paar centen om knikkers te kopen, of had je trek in een taaitje of een gedroogd scharretje, dan ging je maar naar grootmoeder. Een best mensje. En als ze grootvader op stang kon jagen, dan zou ze dat beslist niet laten. Dat was gewoon haar hobby. Grootvader was nogal groots op zichzelf. Hij had voor zijn leeftijd, nog mooi haar: nog donker en licht gol vend. Daar was hij zo trots op als een kip op één pul. Op een goeie dag stond hij weer voor de spiegel. En daar nam hij de tijd voor, want er mocht niets aan mankeren. Grootmoeder keek mij aan, wees naar Grootvader en lachte. Toen zette zij een platte schaal met water achter Grootvader. Eindelijk zat zijn haar naar zijn zin, hij deed een stap achteruit, natuurlijk midden in de schaal met water. Grootmoeder verweet hem, dat hij van grosigheid niet meer zag waar hij liep. En ik kreeg, omdat ik niks had gezegd, een lekkere schar. Grootvader was van boeren-komaf en speelde graag de hereboer. Helemaal een deftig mannetje. Ja, en hij was eerste wethouder in de gemeente en dat vond hij lang niet niks. En zolang de burgemeester afwezig was, was Grootvader de loco- burgemeester. En dan vond hij zichzelf helemaal belangrijk. Als wij een paar centen hadden, haalden we bij Koenot vuurwerk. Koenot had een winkeltje in de Hekelstraat van Alkmaar. Voor een kwartje kon je bij hem heel wat rotjes, voetzoekers enz. kopen. Op een goede (of kwade) zondagmiddag gebeurde het. Grootvader was juist gepromoveerd tot loco-burgemeester. En toen hield mijnheer-de-loco-burgemeester mij aan. Hij vertelde me dat er klachten waren over het gooien met vuurwerk. Hij vroeg, of daar ook aan meedeed. Ik ontkende natuurlijk. Maar grootvader vertrouwde het niet en ging op onderzoek uit. Bij voorbaat had ik mijn vuurwerk al in mijn handen genomen. Terwijl hij me met één hand betastte, hield hij in zijn andere hand een brandende sigaar. Ik wist een rotje tussen mijn vingers te krijgen en hield de lont tegen de brandende sigaar en liet het toen op de grond vallen. -38-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1987 | | pagina 40