-24-
De uitgaven voor dc armen kunnen in tweeën worden verdeeld.
Er waren mensen, die geheel werden ondersteund. Soms werden dezen
uitbesteed en betaalde de diaconie het kostgeld voor hen. Er worden
jaarbedragen van 80.-.-. tot 100.-.-. genoemd, (vermoedelijk betreft
dit oudere personen, die niet meer zelfstandig konden wonen- er was
toen nog geen zicht op een "Molenhoeve"). Vaak deed men een onder
steunde bij iemand in de kost, die het zelf ook niet te breed had en
op deze manier er iets bij kon verdienen.
Weduwen moesten vroeger in eigen onderhoud voorzien
en waren verder aangewezen op liefdadigheid
van armbestuur of diaconie.
Anderen behoefden slechts een gedeeltelijke ondersteuning.
Zelden verstrekten de diakenen contant geld (an duyte). De hulp
werd meer "in natura" verstrekt. Bakker en winkelier leverden de
behoeftige, de diaconie betaalde de rekening.(an de balk betaalt)
Ook voor vlees werd gezorgd. Zo wordt in het jaar 1792 vermeld:
"een veers voor Dirk en Jan gekogt voor 15.5.9. Iemand, die wat ver
stand had van slachten, knapte dit karwei op voor één gulden.(van
het slagdoot) De huid en vettigheid werd weer verkocht en soms kreeg
men een derde van de betaalde prijs op deze manier terug, (lugter-
smeer verkogt). Een jaar later was 6f het vee duurder óf er werd een
zwaardere vaars gekocht, want toen inoest men 23.5.8. betalen.
Ook kwam het voor dat men een verken of enkele schapen kocht voor de
slacht