-19-
2o zagen de soldaten er toen uit.
Als eerstvolgende buurman van Arien Visser wordt in 1790 genoemd
Jan Koorn. Misschien was zijn naam tekenend, want hij was van beroep
bakker. Later omstreeks 1890 woonde daar de broodbakker Arie Kok
en in 1950 sprak men daar nog van "bakker Bruin".
Maar terugkerend naar de tijd van 1800.
De Bovenweg was nog een zandweg. Woningen vond je er niet of heel
weinig. De weg was bestemd voor het toenmalige doorgaande verkeer.
De huizen hadden veelal rieten daken. Jan Hylemans Dekker kon
geregeld het dak op voor reparaties en bracht daarna in rekening
zijn arbeidsloon en de verbruikte materialen als stro-riet (reit)-
latten, teertouw en rooppe(soort touw, dat werd gebruikt om het
riet te binden.).
Vermoedelijk kon Jan Hylemans Dekker niet bestaan van het rietdekken
en Jan Koorn niet van het broodbakken, want beiden hadden ook
agrarische bezigheden. Jan Hylemans wordt bijv. genoemd als huurder
van een akker zaadland in de Katshoek.
En hiermee kom ik dan bij de inkomsten van de diaconie.
De hoofdbron van inkomsten was de HUUROPBRENGST van het diaconieland
Als bezittingen en huren worden o.m. genoemd:
Het weiland Het Leegje aan de Melksloot, 1 gars en 9 snees, 18,-.
het weiland Het Leegje aan de Zomersloot, 2 geerzen 6 snees 22
het weiland Vrouklaar 9 geers 5 snees 80,-
het weiland Aalt Bouwens of öruqweid 10 geers, 4 snees 96,--