Welke opdracht hem nog wachtte, weet ik niet.
Maar wel geloof ik dat het: "Ik heb A gezegd en zal nu ook B zeggen
voor heel veel verzetsmensen heeft gegolden.
In de vroege ochtend na de fusillade werden reeds een aantal boeket
ten bloemen neergezet op de fusilladeplaats.
Dit als een eerbetoon aan de gevallen verzetsmensen.
Dit als een stil protest tegen de Duitse overheersers,
Spoedig na de bevrijding werd hier een"noodmonument" geplaatst.
Op de avond van de vierde september 1945 hield men er de eerste
dodenherdenking
Op initiatief van het plaatselijk verzet werden er in Oudorp, Koedjjk
en St.Pancras gelden ingezameld voor een definitief monument.
Precies een jaar na de fusillade, op 15 april 1946 werd dit door
mevrouw Moeyes uit Oudorp ontworpen monument, onthuld.
De heer Monster, het toenmalig hoofd van de Prot.Christelijke school
in St.Pancras, droeg in zijn kwaliteit als plaatselijk leider van het
verzet, dit monument over aan de drie gemeentebesturen.
Tijdens de plechtigheid voerden diverse sprekers het woord.
Onder hen bevonden zich de heer Blitterswijk, een verzetsleider van
Linie-west uit Amsterdam en mevrouw Van Meeteren, de weduwe van een
der gefusilleerden.
Uit haar toespraak de volgende zin:
-40-
Zestien persoonsbeschrijvingen eindigen met
een grafschriftDeze zjjn van die gevallenen,
die in Overveen herbegraven zijn
-HEI MONUMEN'1
""Wij mogen niet bij de pakken neer blijven zitten.
Op ons rust de taak van het werk, wat zij begonnen, te voltooien
Wij proberen onze kinderen op te voeden tot echte Nederlanders
die eens, als zij groot zullen zijn, de voetsporen van hun vaders
en broers zullen drukken.
Daarom is het goed dat er op verschillende plaatsen van ons land
deze monumenten opgericht wordenNiet om de haat aan te wakkeren
tegen onze bezetter en zjn nageslachtmaar om ons telkens weer
te bezinnen'."'