JAN PRINS 20 mei 1896 - 15 april 1945
van beroep fruitkweker, wonend in de Beemster, gehuwd mel^ kinderen.
Hij werd op 28 maart 1945 gearresteerd.
Tegelijk werd ook ziji 22-jarige zoon Arie, zijn beide onderduikers:
Gerrit Hoogstraten uit Amsterdam en Bernardus Hollander uit Delft
en een neef en een inwonende knecht, gevangen genomen.
Het zestal werd al gauw overgebracht naar Alkmaar.
■Zoon Arie en de beide onderduikers, Hoogstraten en Hollander, werden
enkele dagen eerder, op 11 april 1945, te Zijpersluis gefusilleerd.
Tegelijk met een aantal leiders van linie-west.
De neef en de knecht kwamen later weer vrij.
Vader Prins en vooral zoon Arie, waren actief in het verzet.
Ze namen deel aan wapendroppings, vervoerden wapens en hielden wapen
oefeningen.
Op de bewuste 28-ste maart hadden ze een voorraad wapen in huis.
De wapens zouden nog diezelfde avond verder worden gebracht. Ze waren
bestemd voor de B.S.
Vermoedelijk is een ongewenst iemand dit aan de weet gekomen.
In ieder geval, 's morgens om 5 uur verschenen de Duitsers.
En de wapenvoorraad werd gevonden
De andere was
KLAAS OOMS 9 mei 1918 - 15 april 1945)
van beroep kermisexploitant en wonend te Oosthuizen
Hij werd op 7 april 1945 in zijn woonplaats gevangengenomen
Werd daar eerst enkele dagen vastgehouden en is daarna, als een hond
in de kattenbak van een auto (en op deze onmenselijke manier mocht zijn
moeder afscheid van hem nemen) naar Alkmaar gebracht.
Thuis wist men niets van zijn activiteiten in het verzet.
Wel viel het op, dat hij vaak met slecht weer op pad ging.
Na de oorlog hoorde zijn familie, dat hij o.m. betrokken was geweest
bij overvallen op distibutiekantoren in Duitse dienstauto's en wapen-
vervoer.
Hij heeft beseft dat hij groot gevaar liep.
Enkele dagen voor zijn arrestatie vertelde hij zijn vader, dat hij een ge
zocht persoon was en bij een eventuele arrestatie, dit wel niet zou
overleven
Zijn vader adviseerde hem daarop om zo spoedig mogelijk onder te duiken
Dit wilde hij (nog) niet'doen.
Hij zei: "Nee, er rest me nog een opdracht. En ik heb A gezegd en wil
nu ook 3 zeggen'.1