-34- 3e t is heel goed mogelijk dat bovengenoemde zes leden van de verzets groep "Reintje de Vos", een onderdeel van linie-west, elkaar in het geheel niet of slechts ten dele kenden. baar de onderstaande vier leden kenden elkaar wel. Zij ontmoetten alkaar regelmatig in het katholieke jongensinternaat St. Aloysius aan de Elandstraat. Een internaat, waarin veel weesjongens een onderdak vonden. 3e leiding van het tehuis, die uiteraard de handen vol had aan de opvoeding en begeleiding van de aan hun zorgen toevertrouwde jongens, 3telde hulp van vrijwilligers op hoge prijs. Een van de vrijwillige helpers was de Amsterdamse P.T.T.-man-Frits Koele. Hij was de trainer-coach van de internaatsvoetbalclub St.Louis. Diezelfde Frits Koele speelde in het verzet een actieve rol onder de naam "Frits de Hollander'.' Met medewerking van de internaatsleiding betrok hij een aantal van de voetballende jongens bij het verzetswerk. Het voetballen bleef door gang vinden en vormde tegelijk een prima dekmantel voor het illegale werk. Aanvankelijk voerden de jongens slechts eenvoudige opdrachten uit, zoals koeriersdiensten. Langzamerhand, werden de opdrachten ge vaarlijker. De jongens kregen wapens in handen en moesten wapenopslag plaatsen bewaken. Het bezit van een wapen werd voor Frits Koele noodlottig. Ergens in de Jordaan werd hij door Nederlandse politieagenten aange houden. Dezen ontdekten, dat Koele een wapen bij zich droeg. Omdat hij in contact stond met veel Amsterdamse politieagenten, dacht Koele aanvankelijk dat het wel met een sisser zou aflopen. Hij gaf immers aan een groot aantal politieagenten, die aangesloten waren bij het verzet, onderricht in het hanteren van de toen moderne wapens. Maar deze agenten waren'"fout" Na gevangenneming en mishandeling in de Weteringschans, is Koele gefusilleerd, vermoedelijk als repressaille voor de aanslag op Rauter. Zijn vrienden van St.Aloysius zetten hun verzetswerk onverminderd voort. Tot het moment kwam, dat de bewuste identiteitsplaatjes hen noodlottig werden. Dit waren: THEODORUS P. NIELAND 18 april 1918 - 15 april 1945) van beroep vertegenwoordiger in de flessen- en kruikenhandel van zijn vader, ongehuwd. In 1940 vocht hij als dienstplichtig soldaat bij de Grebbelinie. Voor de oorlog was hij leider bij de verkenners. Omdat hij ervaring als padvinder had opgedaan- als leider zelfs-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1986 | | pagina 36