-11
Dit gedicht werd gemaakt door Anton Blok. Van beroep was hij schilder
Hij woonde in het Noordeinde. Na hem werd dit huis bewoond door
schilder Bode, daarna schilder Bastiaans. Nu staat hier een nieuw
huis, Noordeinde 18,
U kunt het oude schildershuiswat in deze schilderachtige buurt
stond, terugvinden op de door ons in roulatie gebrachte oude ansicht
kaart van het Noordeinde.
De 90-jarige Marie Smit schreef ook een aantal jeugdherinneringen op.
Nu woont ze in Heiloo, als kind in het Zuideinde.
Als klasgenoten (ze bezocht de openbare school) noemt ze:o.a.
Jan Kloosterboer van lange Jan, Jan Kloosterboer van Kees,
Jb. Kriek, Jb. de Vries, Grietje Blok, Freek van.Leyen uit de molens,
Bram Bakker.
Ze schreef o.a.:
Helaas, de dag brak aan
dat ik door slopershanden
niet langer mocht bestaan.
Ik werd gedoemd te branden.
De tijden brachten mee
dat werkloosheid ter plaats
mij doemde heel gedwee
te vallen op deez' plaats.
Ik was jarenlang getooid
met bloesems en met vruchten.
2hans word ik uitgerooid.
Doch klagen helpt noch zuchten.
En mocht na mijn bestaan
hier weer een boom verrijzen
tot nadeel van de Hoek
Zou ik hem na mijn val
nog in mijn droefheid prijzen.
Ik val. Maar na mijn val,
(geloof ik. vrij en zeker
dat iedere Sint Pancrasser
mij nimmer zal vergeten
Spelen deden wij op straat.
'loen ik in de vijfde klas zat, kwam er een speelterrein achter de
school
De kinderen van het Zuidend mochten overblijvenEerst je brood
op eten in school en dan gingen we spelen. Om de kastanjeboom
om de Witte Kerkin de doorrijstal van Greeuw. (wat stonk het daar)
Ee j griffel kochten wij bij Jantje Sneeboer.