rs r— w !w -1 Karel Numan 23 Utrecht, de Plompe-toren, in de buurt waarvan de ouders van Adriana van Nijenrode een huis hadden Geraadpleegd: W. van Gouthoven, D’oude Chronijcke ende Historiën van Holland (met West-Vriesland) van Zeeland ende van Utrecht, ‘s- Graven-Hage 1636. fol. 554 J.J.de Geer, Proeve eener geschiedenis van het geslacht Van Nyenrode uit oorspronkelijke stukken bewerkt, Utrecht 1851 A. Janse, De Hollandse ridderschap omstreeks 1474. Een analyse van het register Valor Feodorum (in Jaarboek voor Middeleeuwse geschiedenis1, 1998, 163-204) Noordhollands Archief Haarlem, toegangsnummer 1, inventarisnummer 137. Noten bij deel 1 en 2: 1) J. Bregman, Schagen door de eeuwen heen (z.p., 1965) (diss.). 2) H. TH. M. Lambooij, M. G. Pigge, R. J. M. van de Pol, F. Timmer, Heerlijk Schagen, de geschiedenis van een Westfriese marktstad (Schagen, 1996). 3) F Diederik en F Timmer, Slot Schagen, De geschiedenis van het ‘huys’ van de heren en vrouwen van Schagen (Schagen, 2002). 4) D. Guldewagen en P Steyn, Naam-register van de heeren van de regeering der stad Haarlem, van de Ministers van dien, ende van derzelver Commissien; als meede van eenige Ampten en Employen binnen dezelve (Haarlem 1733). 5) Leenkamer Graaf van Holland VIII Friesland 1254-1649: 02-03 1466, Albert van Schagen, oudste zoon, bij overdracht door heer Willem, bastaard van Holland, zijn vader, met diens lijftocht, LRK 117 c. Kenn., fol. 19-21. 6) D.Burger van Schoorel, Chronyk van de gantsche Heerlykheid van het Dorp Schagen (Schagen 1767). Opnieuw uitgegeven door de Historische Vereniging Schagen en omgeving. 1999. 7) NA, archiefinventaris 1.10.01, Collectie Van Aerssen 1410-1910, 13.03, inventarisnummer 353; akte d.d. 11 november 1465. 8) Zie Bregman, p.29, volgens deze Grote Raad van Mechelen, 793 bis 98/100. 9) Idem, Grote Raad van Mechelen, 793.48, 793.94 en Beroepen uit Holland nr. 100; RAA, bibliotheekcollecite 25 D 17, chronolo gische lijsten van de geëxtendeerde sententiën berustende in het archief van de Grote Raad van Mechelen, vol. 1 1465 - 1504. 10) Dagvaarten Holland 1477 en Cornelis Aurelius, Die Chronyk van Hollandt, Zeelandt en Vriesland, Leiden 1517, dat XV capitel, folio 373 recto. 11) Cornelis Aurelius, Die Chronyk van Hollandt, Zeelandt en Vries land, Leiden 1517, dat XV capitel, folio 373 recto 12) Brieve waarbij Maximiliaan Grave van Holland aan Jan van Schagen Hr. Willems zoon voor en ten behoeve van zijin nigte Jonkvr. Jooste van Schagen dochter van Hr Aelbrecht van Schagen voor haar en haeren erve tot een onversterflijk erfleen geeft eerstelijk de Heerlijkheijd hooge ende lage van de Schager Cogge met de tienden en renten; Idem de vissscherije vande Schager en Niedorper Cogge; Wijders nog dat huijs ende slot van Schagen met de hofstede en ’t land alzoo dat begrepen en bepoot staat met 5 geersen lands omtrend den voorsz. Huijse gelegen - In dato 13 november 1480 (NHA, toegangsnummer 133, inv.nr 45) en leenkamer Graaf van Holland VIII Friesland 1254-1649: 13 11-1480 - Jan van Schagen heer Willemsz. voor Josse van Schagen, zijn nicht, bij dode van Albert, haar vader. 13) Zie Bregman blz. 30: omdat Josina reeds spoedig in het huwelijik trad met Wouter van Egmond zoon van Willem em Johanna van Heemskerk. Op 21 december 1480 legde heer Wouter de eed af voor de leengoederen van zijn echtgenote (noot R.A. Haarlem, nr. 108); Zie ook NHA toegangsnummer 133, inv.nr.26: Akte van belening door Maximiliaan en Maria, van Josina van Beieren met de lenen van haar vader Albrecht van S chagen, 1480, authentiek extract. 1642, met retroactum. 14) Leenkamer Ruwiel 1277-1678: 18-5-1478: Heer Albert van Schagen voor de vrouwe van Schagen, zijn vrouw, nicht van de leenheer Wouter van Amstel van Mijnden, knaap, bij dode van Gijsbert van Nijenrode van Velsen, haar vader; De Geer, blz. 112 (uitvouw) Gijsbert van Nijenrode van Velsen sterft omtrent 1474, blz. 226, uitvouw, Gijsbrecht van Nijenrode van Velsen sterft omtrent 1476 15 Albert wordt heer van Schagen in 1466, maar de vroedschap, de schepenen en de burgemeesters, kortom de bevolking van Schagen krijgt opdracht hem als hun heer te erkenen en doen dat dan ook pas eind 1473. Op 1 januari 1474 geeft Albert het charter uit waarin hij bevestigt dat zijn onderzaten hem ‘hulde ende eedt gedaen’ hebben (RAA, toegangsnummer NL-Amr- RAA-63.1.1.001, inv. nr. 32) 16) Bregman, pag. 28, zonder verwijzing. 17) Janse 1998, p. 185 en 193. 18) NA, 1.10.01, collectie Van Aerssen 1418 - 1910, inv.nr. 13.03, 357 19) De Geer 1851,27, 172 (Waar De Geer abusievelijk graaf Willem van Beieren de grootvader van Albert noemt en waar hij veron derstelt dat Albert de krankzinnigheid had overgeërfd van deze Willem, die ook krankzinnig werd) 20> De Geer, 27, 69. 21> De Geer, 69. 22> De Geer, 75,76 23) De Geer, 69 24) NHA, toegangsnummer 1, inv.nr. 137, folio 21r v rr

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2020 | | pagina 23