W.J.F. van Erp.j
Kiezers van Schagen!
zoowel Mannen als Vrouwen,
wnuneer gij alle» Vw belangen behartigd
wilt zien, «temt dun
no. 13 van lijst 3,
Geen concessies
De Liggende Os
Willem van Erp vestigde zich in 1914 in Schagen als bierhan
delaar en werd drie jaar later kastelein van De Liggende Os aan
de Loet E 85. Hij trouwde in 1921 met Jansje Roggeveen en
kreeg met haar twee kinderen: Wer (1922) en Bets (1926).
Naar het voorbeeld van zijn vader was Van Erp maatschappelijk
betrokken, sportminnend en bestuurlijk actief. En een kemp
haan. Hij kwam op voor de oud-militairen die, net als hij, zonder
erkenning uit de Eerste Wereldoorlog waren gekomen. Hij zat
op de biljartclub. Hij was tegelijk middenvoor en voorzitter
van de voetbalvereniging Sparta, zijn herberg het clublokaal.
De West-Friesche Voetbalbond koos hem tot competitieleider.
Hij sloot zich aan bij het burgerplatform Algemeen Belang
en bij de Vrijzinnig Democratische Kiesvereeniging. Hij werd
lid van de winkeliersvereniging en bestuurslid van de Schager
Middenstandsvereeniging. Geruisloos ging dat allemaal niet. In
de middenstandsvereniging botste hij met voorzitter Schmalz
en secretaris Schene over de bouw van 16 woningen in de
latere Cornelis Bockstraat. Bij de voetbalbond werd hij na zes
maanden weggestemd omdat men zijn competitieleiding te
streng vond. Daarop stapte hij over naar het voorzitterschap van
de protestcommissie. Op bondsvergaderingen liet hij zich niet
meer zien. Van Erp was een stijfkop.
it artikel gaat over een man die zich voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog
in Schagen een bijzondere positie verwierf. In de Schager geschiedschrij
ving over de vijf jaren onder de Duitse laars wordt zijn naam echter geen keer
genoemd. We lichten de tegels boven W.J.F. van Erp.
Van vader op zoon
Wilhelmus Johannes Franciscus - Willem - van Erp kwam
uit een middenstandsmilieu met een militaire inslag. Zijn opa
Thomas Marinus van Erp (1826-1906) had van jongs afin het
Nederlandse leger gezeten. Met een chronische beenwond
was hij na 27 jaar actieve dienst en een Koninklijke medaille
overgeplaatst naar beschutte ambtsfuncties. Willems vader,
Wernardus Gerardus Hendricus (1861-1946), bracht het tot
sergeant schermer bij de infanterie en bouwde vanaf 1890 een
bloeiende bier- en drankenhandel op in Hoorn. Daar werd in
1892 Willem geboren. Hoewel hij er vanwege broederdienst
onderuit had gekund, ging hij op zijn 20e bij de landmacht. Tij
dens de Eerste Wereldoorlog bleefhij tot het eind paraat voor
mobilisatie. De dienstbaarheid aan volk, vlag en vaderland ging
bij de Van Erpen van vader op zoon.
Rode draad
De rode draad in al zijn nevenactiviteiten werd zijn politieke gel
dingsdrang. Voor de eerste verkiezingen waaraan hij meedeed,
de raadsverkiezingen van 1923, werd Van Erp door zijn partij
onderaan de kandidatenlijst geplaatst. Dat zinde hem niet. Hij
ging campagne voeren voor zichzelf. Dat had nog nooit een laag
geplaatste kandidaat gedaan. Met maar liefst 233 voorkeurs
stemmen, bijna 14% van alle Schager kiezers, lanceerde hij zich
tot in de gemeenteraad. In zijn fractie was hij een buitenbeentje.
Hoewel lid van een vrijzinnig democratische beweging had hij
een achterban van arbeiders die in hem een betere voorvechter
zagen dan hun eigen SDAP-voormannen, analyseerde de Scha-
ger Courant. De raad koos hem en zijn partijgenoot Jan Winkel
tot wethouder. Die wilde echter niet met Van Erp in een college.
Dit probleem loste zichzelf op. Toen bleek dat Van Erp zijn
verkiezing te danken had aan een vormfout, was hij wethouder
1 VELE KIEZELS.]
W.J.F. van Erp
18
Met 233 voorkeursstemmen
werd Van Erp in 1923 met een
eigen publiciteitscampagne
gemeenteraadslid.
Dat Willem van Erp geen man van concessies was
wordt geïllustreerd door de volgende anekdote. In
1923 was hij zowel voorzitter van de voetbalvereni
ging Sparta als lid van de gemeenteraad. Sparta had
bij de raad een aanvraag ingediend voor een subsi
die van 150 gulden. Het raadslid Helder verwoordde
het sentiment van de tegenstanders, die vonden dat
Sparta had bewezen zeer wel zijn eigen broek te
kunnen ophouden. Voorstander Trapman vond de
gevraagde som te veel van het goede en stelde voor
er 75 gulden van te maken. Van Erp verdedigde het
verzoek van zijn club door te wijzen op de hoge ter-
reinhuur en het nut van het Spartaveld voor andere
verenigingen. Met 5 stemmen voor en 4 tegen kreeg
Sparta 75 gulden toegewezen. Onder de tegenstem
mers was Willem van Erp, ‘omdat hij voor het geven
van f 150 was’.