3 Jl d i W I M j I T L i R F aal De processen die Jan, Willem en Barbara aanspanden als gevolg waarvan hij veroordeeld werd om de renten te betalen, trachtte Albert bovendien te vertragen. Hij trok met meer manchappen Het proces aangespannen door zijn broers en zuster Barabara, dat beoogde de heerlijkheid op te delen tussen de vijfkinderen eindigde ermee dat Albert een waarborgsom moest storten, inhoudende de inkomsten van de heerlijkheid Schagen, zodat de jaarlijks uit te keren rente aan zijn broers en zussen doorgang kon vinden. Albert weigerde dat, omdat hij ervan uitging dat Philips de Goede hem de heerlijkheid in leen had gegeven zon der enig voorbehoud’ en dus hoefde hij niemand iets te betalen. dan waartoe hij verplicht was naar Neuss (in het tijdvak half 1474 - half1475) en voerde dus aan dat hij het proces niet kon bijwonen, aldus Bregman. Het Hofvan Holland zag echter geen reden om het proces stil te leggen. Het veroordeelde hem tot betaling van de renten. Dat weigerde hij.9) het niet onmogelijk dat Albert redeneerde dat hij als heer van Schagen alle inkomsten van de heerlijkheid Schagen nodig had om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen én tegenover zijn heer én tegenover ziijn onderdanen. Hierover later nog iets meer. Willem keerde inderdaad - vermoedelijk tegen zijn zin, omdat hij het ook moest stellen met minder inkomsten - tenslotte dat jaarlijkse bedrag ook na zijn ‘pensionering’ uit aan zijn kinde ren, tot zijn dood in 1473. Volgens de afspraak was het daarna de beurt aan Albert om de toelage aan zijn broers en zussen te betalen, maar ook toen weigerde hij dat. Zijn zwager, Philips Ruijchrock van de Werve, de man van Alberts’ zus Johanna (Janna), nam dat niet en spande een proces aan, dat hij won8). Albert keerde aan zijn zus Johanna, de vrouw van Ruijchrock een keer de rente uit, maar weigerde opnieuw het jaar daarop. Bovendien weigerde hij nog steeds aan zijn verplichtingen te voldoen tegenover zijn zus Barbara en zijn broers Jan en Willem. Uiteindelijk heeft dat ertoe geleid dat hij een gewapende macht bij zijn kasteel in Schagen zag verschijnen. De stadhouder van Holland, Wolfert van Borssele, besloot op te treden, een troep soldaten aangevuld met burgers uit Alkmaar, Haarlem en andere plaatsen onder leiding van Filips van Wassenaar marcheerde naar Schagen. In de Dagvaarten vanHolland10) werd het volgende opgetekend, overgenomen uit de Divisiekroniek van Cornelis Aurelius: “1477 december 4, Egmond en Schoorl In den jare M.CCCC.LXXVII (1477) so wert mit vollen gerechte verwonnen here Aelbrecht die anderde tweede) heer van Scagen van rebelheyt tegen sinen here den grave van Hollant, ende van der violence ende ghewelden die hi gedaen hadde teghen sine broeders Jan en Willem ende meer andere goede treflike mannen tot vele plaetsen in Hollant geseten, ende wert condempneert ende gewesen mit rechte enen ygelic te voldoen. Mer here Aelbrecht van Scagen, ridder, en achte hier niet op ende bleef op zijn huys tot Scagen leggen ende en woude niemant niet geven noch voldoen. Waerom dat die ste den van Hollant groot ende clein concludeerden ende sloten tesamen, dat si hem op sijn huys beleggen wouden. Soe zijn dan gecomen die here Van der Vere Wolfert van Borsselen de stathouder van Hollant, Zeelant ende Vrieslandt, heere Phillips van Wassenaer, here van Voerburch, here Jan van Cruningen, here van Pamelen mit meer andere here, ridderen 1 I k- ter- i 19 Kasteel Radboud, prent uit de 17e eeuw (uit Slot Schagen). ■’i— T";k' r!

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2020 | | pagina 19