AL
S(W
van de Belgische Posterijen onderzocht in 1840 in Groot-Brit-
tannië het nieuwe postsysteem. De Belgen zagen de innovatie
wel zitten en in 1847 werd een postwet van kracht voor het
gebruik van postzegels. In 1849 verschenen de eerste postzegels
in België, naar Engels voorbeeld met afbeelding van de vorst. In
hun geval koning Leopold I. Daarmee was België sneller met
het invoeren van postzegels dan Nederland.
Waardepapier vernietigen
Het ongeldig maken van postzegels werd ‘vernietigen’ ge
noemd. Niet dat de zegels kapot werden gemaakt, maar ze
werden met inkt besmeurd om duidelijk te maken dat deze in
het postverkeer hadden gelopen en daarmee hun waarde had
den verloren. In Groot-Brittannië deden de posterijen dat met
grote stempels met dikke patronen of strepen. In Nederland
begon men met het ongeldig maken van postzegels door er
‘FRANCO’ op te stempelen.
Ka
Nederland volgde enkele jaren later. Op 1 januari 1852 kwam
de eerste Nederlandse postzegel in omloop. Deze toont koning
Willem III en profile, met de waarde en het woord POSTZE
GEL. Het mag duidelijk zijn dat postzegels, net als papiergeld,
een vastgestelde contante waarde vertegenwoordigden. Om
begrijpelijke redenen wilden de postdiensten hun waardepapier
beschermen tegen vervalsers ofhet na gebruik ongeldig kunnen
verklaren, want het was natuurlijk niet de bedoeling om het
twee keer voor dezelfde dienst te kunnen gebruiken.
De eerste gebruikte poststempels vertellen daarom weinig
meer dan dat de frankeerwaarde is ‘vernietigd’. De postdiensten
kregen echter behoefte aan meer informatie. Bijvoorbeeld om
uit te vissen in welk postkantoor een poststuk was aangeboden.
Indien een brief niet afgeleverd kon worden bij de geadres-
seerde, dan wist men in ieder geval waar deze vandaan kwam.
Zo kregen de eerste stempels als toevoeging een kantoornum-
mer. Schagen behoorde bij de eerste postkantoornummers die
in Nederland werden toegekend.
Naar een eigen postkantoor
Bij de start van de Postwet in 1850 was Schagen één van de
eerste Nederlandse gemeenten waar een officieel postkantoor
werd gevestigd. Het onderstreepte de centrale ligging in Noord-
Holland. De postdirecteur voor Schagen hield kantoor aan huis.
Zodra een nieuwe functionaris werd aangesteld, wijzigde ook
het adres van het postkantoor. In 1871 kwam de dienstdoende
directeur, FG.C.J. Heiligers, in de problemen omdat deze zijn
woning met postruimte aan de Laagzijde moest verlaten.
Heiligers vraagt daarom toestemming voor de bouw, op eigen
rekening, van een nieuw postkantoor aan de toenmalige Begij
nenlaan (nu Laan). Goedkeuring wordt verleend en dit door
Heiligers verhuurde postkantoor komt in bedrijf. Dit postkan
toor verhuisde 28 jaar later, mede vanwege de pensionering van
Heiligers, enkele panden verder naar een grotere vestiging aan
Laan 21. Op de plek van het eerste postkantoor aan de Laan
verrees later Drukkerij Trapman. Aannemer Vlaming kreeg
opdracht om het bestaande gebouw Laan 21 te verbouwen tot
post- en telegraafkantoor om het daarna te verhuren aan het
postbedrijf. Het kantoor werd in 1901 geopend en in 1905 uit
gebreid met een hulptelefoonkantoor. Dit mooie ‘witte gebouw’
gafde PTT in Schagen een waardige uitstraling tot 1978.
De groei van het post- en telefoonverkeer doet ook de ruimte
in Laan 21 op den duur knellen. Er wordt uitgekeken naar
een nieuwe locatie, maar de oorlog gooit roet in het eten. Wel
verhuizen de telefoondiensten in 1939 naar nieuwbouw aan
de Herenbosstraat. KPN gebruikt deze telecomvestiging nog
I
15
NEOERIANI
De Begijnelaan eind 19e eeuw. Het postkantoor o.l.v. directeur
Heiligers zat in één van de twee gebouwen rechts (deze panden
werden later gesloopt voor de bouw van Drukkerij Trapman).
uit Schagen met mooi grootrondstempel
19 juli 1909, tijdstip 4N (4 uur namiddag).
CAI I
Een voorbeeld van een trein
traject poststempel uit 1931:
ALKMAAR-SCHAGEN.