y\ 1 Een speciale vermelding verdienen Zaal Nic Raven, met zijn dansgelegenheid aan de Loet (zie Kakelepost najaar 2018), en de Mijn. In sommige kroegen wil je niet gezien worden, in de Mijn kón je niet gezien worden. De ramen waren dichtgemet seld ofafgeplakt, alles was binnen zwart en donker - een echte grot. Niemand die je daar zo maar zag zitten dus. Het was een vreemde tent, met zand en gebruikte pelpinda’s op de vloer, de tap helemaal betimmerd en opgesierd met levensgroot DYNA MITE. En het stonk er. Dit alles onder de bezielende leiding van Cor en Matje Dekker, de broers die ook de Les Deux Frêres runden. Later de Bacchus Bar. Met topless bediening! Dat kon natuurlijk nooit lang goed gaan in het degelijke Schagen. En dat ging het ook niet. Voor de alternatieve muziek van destijds kon je behalve naar de Mijn ook naar de Ojee-boerderij. Het uitgaansgelegenheid heeft de ruige jaren zeventig rock en de eerste punk nog meegemaakt maar moest toen haar deuren sluiten. Net als jongerenvereni ging Baroenga, ooit opgericht door de katholieke kerk. Niet zo heel vreemd dat deze gelegenheden verdwenen: de cafés op de Markt waren al lang niet meer de brave etablissementen waar vooral Willeke Alberti werd gedraaid. Tijden veranderden. Over muziek gesproken: niet iedereen had een platenspeler en zeker niet iedereen alle singletjes in huis. De jukebox had in veel kroegen een vaste plek in het interieur. Café Dol op de Land- bouwstraat (nu P10) had tot de laatste dag een echte Würlitzer staan, een 25 cent-muntje erin en er kwam op verzoek geluid uit. Zoals een bakker ofkruidenier hadden sommige cafés niet echt een naam. Zoals Weduwe Grootes aan de Nes, het café van de familie Glim of Bontes op de Gedempte Gracht. Geen ingewikkelde bedrijfsplannen en torenhoge investeringen, maar particulieren met tapvergunning die café aan huis hielden. Aan de andere kant verkochten veel kroegen gewoon gezel- lezen als je een paar keer in de week bij Jan Peetoom ofJim van den Busken van Spoorzicht naar binnen schuift. De kastelein spreekt zoveel mensen, hij weet alles. En anders de vaste klanten aan de stamtafel wel. Het buurtcafé als nieuwscentrum! We hebben het over drankgelegenheden die s ochtends op tijd open gaan voor de koffie, de krant en een praatje. Langzaam maar zeker verdwijnen de biljarttafels uit het Schager café. Vermaarde biljartzaken waren de Roode Leeuw en de ver dwenen Oude Herbergh en de Landbouw. Maar ook ’t Geveltje had een heuse tafel met het groene laken in het voorcafé staan. Die van ’t Noord zit tegenwoordig meestal onder de vloer. Er wordt nu vooral gebiljart in Markt 18. Wat minder competitief wordt dan nog bij Spoorzicht gespeeld. En veel Schagenaren reizen wekelijks af naar Tuitjenhorn of ’t Zand om daar te caramboleren. Over sport en spel gesproken: kegelen was ook populair. Het kon in ’t Geveltje, bij Igesz en nog heel lang in de Spartahal (en in Wieringerwaard). Ofwat te denken van het schaken bij Piet Pann boven. Gekaart werd er bijna overal. Klaverjassen, zwikken en toepen. Het ging gepaard met het voordrinken op zaterdagavond. Niet in een tochtig schuurtje ofcaravan, maar bij de Landbouw, de Oude Herberg ofSpoorzicht. Daarna naar de Markt! Schagen kende rond 1900 uiteraard nog andere soorten en ma ten horeca. Zoals de Landbouwsociëteit Ceres aan de Hoogzij- de: koffiehuis annex dans- en toneelzaal. En Noord-Hollandsch Koffiehuis verderop aan de Laagzijde: voor ieder feestje een ge schikte zaal. Misschien moeten de bioscopen aan de Roosstraat en Landbouwstraat alsook theater Royal hier genoemd worden. De kleine logementen leken meer op de bed-and-breakfast en kamerverhuur van nu. De Beurs en Hotel Vredelust behoorden feitelijk tot de eerste hotels in Schagen. a 1 l Schagen 1/ A- Gedempte Gracht met schapen. 16 Oed. Gracht «TG r 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2019 | | pagina 16