In het harnas gestorven Arien de Graaf, messenmaker nelis Rensz. Kamp, Aide-coutillier’ - messenmakersknecht dus. Cornells is geboren in 1760 en woont in Schagen. Hij komt uit een onvervalst messenmakersgeslacht: zijn grootvader, zijn vader en ook zijn broer Luytje waren allemaal als messenmaker werk zaam in de Molenstraat. We komen de ‘Kampen’ echter verder niet tegen in het Registre Civique, want oudste broer Luytje (of schrik van zijn leven... In een hoek van de schuur ligt een man. Op het eerste gezicht lijkt hij te slapen, maar bij nadere beschou wing lijkt hij geen enkel teken van leven meer te geven. Als Dim- mendaal van de eerste schrik is bekomen haalt hij zijn buurman, Arend Ruiter, erbij. Samen leggen ze de man op een verse bos stro naast de schuur. Ze weten niet best wat ze hier mee aan moe ten en laten de vrederechter in de stad waarschuwen. Hij zegt hen de man op een warme plaats te leggen en alvast de dokter en de We kennen Arien de Graafals één van de laatste messenmakers in Schagen. Bovendien is hij een laatbloeier in het vak. De Graaf Ludovico) sterft al in 1799. Het is dus niet zo’n gekke gedachte wordt in 1749 in Oterleek geboren. Volgens een akte van 4 maart 1799 koopt hij op een publieke veiling van de erfgenamen van Theunis Rood ‘een huis en erve, staande en geleegen in de Molenstraat te Schagen, geapproprieerd tot een messenmakerij, belend Gerrit Hageman ten oosten en Cornelis Gijsbertsz. Snel ten westenHeeft hij serieus op dit bedrijf geboden of is hij er Van die eerste vijftig jaar van Arien de Graafweten we niet al te veel. Waar hij bijvoorbeeld het messenmakersvak heeft geleerd is chirurgijn erbij te halen. Beiden zijn er snel., maar kunnen niet onbekend. Wel weten we dat hij een thuisfront heeft: op 17 okto- veel meer doen dan constateren dat deze man al sinds de avond ber 1779 is hij voor de kerk (RK) getrouwd met Antje Barends- dr. Keuning ook wel Koningh) uit Schagen. En in het Registre Civique Schagen - jawel, het is tenslotte Franse Tijd! - uit 1811 staat hij ingeschreven onder nummer 6776 als coutillier’, dat wil zeggen messenmaker. We komen De Graafechter ook tegen als ‘messenventer’. Het is heel goed mogelijk dat Arien de Graaf vooral de koopman is geweest die de messen aan de man bracht en het smeedwerk aan anderen ofeen ander heeft overgelaten. Want in hetzelfde Registre Civique van 9 mei 1811 staat een paar nummers verder onder nummer 6783 ingeschreven Cor- p de vroege morgen van 23 oktober 1819 wordt Arien de Graaf dood gevonden in een schuur bij de buitenplaats van dominee Bernardus van Marken aan de Koepoortse weg, even buiten de stad Hoorn. daarvoor overleden moet zijn. De vrederechter is dan inmiddels, samen met deurwaarder Matheus Offringa, gearriveerd en begint aan zijn onderzoek naar de herkomst van deze vreemdeling. Het is zeker geen zwerver, oflandloper; daar ziet hij niet naar uit. Bovendien, Dimmendaal meent dat hij de man eerder heeft gezien. Dat moet dan de avond daarvoor geweest zijn toen hij zijn vrouw ophaalde uit Blokker. Toen was hij aangesproken door een man die naar een herberg had gevraagd. Dimmendaal weet nog precies wat hij heeft geant woord: “Gij zijt de herberg De Nadorst zojuist voorbijgegaan”. om te veronderstellen dat Cornelis Rensz. Kamp knecht is bij ‘messenmaker’ Arien de Graaf en daar het echte smeedwerk doet, terwijl de baas de verkoop doet. Zoals iedere morgen staat Klaas Dimmendaal ook op die 23e ok tober om een uur of vijfs morgen op. Hij is landman en woont en werkt al jaren op de boerderij van dominee Van Marken. onbedoeld aan blijven hangen? We weten het niet. Als het laatste Zoals altijd is zijn eerste gang naar de schuur. Daar krijgt hij de het geval is geweest heeft hij in ieder geval van de nood een deugd gemaakt. Arien de Graafwordt op zijn vijftigste alsnog messenmaker. En dat in een tijd waarin de messenmakerij in Schagen al heel lang op zijn retour is, ofnog ergereigenlijk op sterven na dood is. De concurrentiestrijd met Solingen is definitiefverloren. Je moet wel durven! J4 De messenmakerij van Arien de Graaf bevond zich in de Molenstraat, op het kaartje perceel 25, de slijpmolen stond op perceel 26 14

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2018 | | pagina 14