Karel Numan
13
Literatuur
Alle stukken betreffende Burghorn komen uit de
Inventaris van het archief van de polder Burghorn,
1457 - 1980, te vinden in het Regionaal Archief
Alkmaar (RAA).
‘Up Ie arle, datter zijn 140 haertsteden, daerof datter zijn 25 afge-
broecken binnen 15 of 16 jaeren herwaerts, ende 6 of 7 huysen
die mit heur kinder om broot gaen, overmits dat zy mitten
inbreck van den water geheel en al verdorven waeren’
(Op de eerste vraag werd geantwoord dat er 140 haardsteden
zijn waarvan er 25 zijn afgebroken in de laatste 15 a 16 jaar, en
dat er 6 of 7 huishoudens moesten gaan bedelen doordat zij
door de overstroming hun huizen totaal vernield waren).
Over welke overstroming er in 1514 wordt gesproken is duide
lijk, het gaat om de overstroming van een aantal jaren geleden,
die van 1508, de Sint Gallusvloed, maar vooral die van een jaar
later, de Cosmas en Damianusvloed.
lijk enige tientallen. Vanafhet begin zullen mensen die werkten
aan de bedijking er ook gewoond hebben. Regelmatig verwijst
Willem van Beijeren naar deze mensen. Van een school is nooit
sprake, maar een kerk ofkapel is er wel blijkens het uitvoerige
verslag van alle moeilijkheden tijdens en direct na de overstro
mingen in 1507 en volgende jaren.
Tot slot
Aan het begin van dit verhaal bleek dat de bewoners van de
Burghorn, nadat het poldertje was droog gevallen, al heel snel
een gemeenschapje hebben gevormd. Het was een Heerlijk
heid, precies zoals Schagen. Hun Heer was aanvankelijk een
zoon van de Heer van Schagen, maar na twee generaties werden
de beide Heerlijkheden weer geplaatst onder een lid van de
familie van Beijeren. Dat neemt niet weg dat naast de wettige
Heer een schout en schepenen die kleine gemeenschap bestu
ren. Om hoeveel inwoners het gaat, is niet duidelijk. Vermoede-
Het Hof van Holland verordonneert nu
den dijckgrave ende heemraden van Geestmerambocht oft
den genen diet behoort den dijck van Burchorn te kueren dat
sij terstont den zelve dijck keuren ende doen maken in sulcke
heerlijke breette ende dijcte alst van noode wort tot bescher-
menisse vanden lande
(de dijkgraaf en de heerwaarden (de heemraden) van Geest-
merambacht of degenen die de dijk van Burghorn moeten
keuren dat zij die dijk meteen keuren en doen maken, zodat
die de gewenste breedte en dikte/zwaarte krijgt als nodig is ter
bescherming van het land)
Nog een bewijs van overstroming
Net als in 1494 werd er in 1514 een onderzoek(14) ingesteld
naar de belastbaarheid van de bevolking. De vorst had geld no
dig voor zijn oorlogen. Deze “Informacie up den staet faculteijt
ende gelegentheijt van de steden ende dorpen van Hollant en
Vrieslant.verschaft daardoor informatie over de bevolking
van alle Hollandse en West-Friese steden en dorpen. Hoe het
met die bevolking gesteld is, wat er is gebeurd met de mensen,
hoe hun situatie is.
Uit veel gegevens blijkt dat zich niet lang daarvoor een gebeur
tenis heeft voorgedaan die veel geld heeft gekost. er moesten
bijvoorbeeld dijken gerepareerd worden. Zo vinden we op blz.
157 een bericht over ‘Tnyeuwelant van Sinte Mertin” (het Nieu-
weland van Sint Maarten), luidende
De dijk was door onvoldoende onderhoud en daarenboven
door klink te laag en te smal om een storm van een dergelijke
kracht te weerstaan.
11 Hof van Holland, Civiele Sententies, inv. nr 471, fol
280 ev.
12) Oud Archief Burghorn in het Regionaal Archief
Alkmaar
13 J. de Wit, Boerenleven in de regio Schagen, vier
eeuwen stolpentijdperk 1560 - 1960, Schoorl
2012.
14 R. Fruin (red.), Informacie up den staet faculteijt
ende gelegentheijt van de steden ende dorpen van
Hollant en Vrieslant om daernae te reguleren de
nyeuwe schiltale gedaen in den jare MDXIV. Uitge
geven van wege de Maatschappij der Nederland-
sche Letterkunde, Leiden 1866.
De drie pijltjes wijzen naar de drie bezittingen van
de Van Beijerens, waarvan er twee zeker van hen
waren (de kaart is getekend door Johannes Dou in
plusminus 1655), de onderste pijl wijst de boerderij
De Kogge aan, de pijl midden boven het Kuilhuis,
de pijl rechts boven wijst naar de plek waar moge
lijk het derde huis stond.