vppp-p
r\
.--<■96 up 1
;!V 7 l'A
ff 9 r7UT\!
'so wort geboren dat eerste
kint op dat nyeuwelant’
(Noord-Hollands Archief Haarlem) en Alkmaar (Regionaal
ArchiefAlkmaar).
De Valkkogerdijk en verloren gegaan land
De Valkkogerdijk blijkt het land van de abdij beschermd te heb
ben tegen het water uit de Zijpe.
Die dijk heeft het zwaar te verduren gehad, zoals de abt meldt
in de genoemde oorkonde. De dijk, zegt hij, is in de afgelopen
tijd hersteld en vernieuwd, nadat hij in 1248 opnieuw door
stormgeweld was bezweken, net als vele dijken in de buurt. Die
dijken werden hersteld. De abdij heeft nu geld gevonden om
ook de Valkkogerdijk (de Schagerdam ofde Vriezendijk, zoals
de namen toen ook luidden) te repareren en deels zelfs te ver
nieuwen. Voor het verhaal over de Burghorn is van belang dat
de abt de volgende opmerking maakt: 'Maar al het nieuwe land
de 13e eeuw, niet werd aangetroffen in het genoemde gebied.
Dat betekent dat daarmee wel vast staat dat deze bewoning zijn
eind vond door de storm van 1170. Waarbij aangetekend moet
worden dat er ook in 1196 een zware storm heeft gewoed, die
eveneens verantwoordelijk kan zijn voor de genoemde gebeur-
tenissen.(4)(5)
dat zij (de hoevenaars) kunnen verwerven langs en over de volle lengte
van de dijk, die de grens vormt, en die wij herstelden, schonken wij hen
in zijn geheel Dat buitendijkse land wordt gevormd door de
kwelder, de inmiddels met gras begroeide gorsen liggend in de
Burghorn, die bij gewone vloed niet meer onder water komen te
staan. De abt van Egmond kan dat buitendijkse land alleen maar
aan de hoevenaars in erfpacht geven als het van de abdij is. De
veronderstelling is derhalve dat het om land gaat dat in de loop
van de tijd door overstromingen en dijkbreuken verloren is ge
gaan. Hetgeen betekent dat de Valkkogerdijk een inlaagdijk is.(7)
De abdij van Egmond
Uit de archieven van de abdij van Egmond blijkt dat de abdij
door graafDirk II (Theoderick II) aan het eind van de 10e eeuw
land geschonken kreeg, o.a. zes hoeven in de buurt van Schagen,
de villa scagha. Waar die bezittingen lagen wordt duidelijk door
een oorkonde die de abt van de abdij, Lubbert II, in 1250 uit
vaardigde. In die oorkonde schonk hij de hoevenaars, zijn hori
gen, van deze villa erfrecht betreffende de grond die ze bewerk
ten voor de abdij. Hij maakte duidelijk dat de bezittingen van de
abdij lagen tussen twee vroonsloten, de zoute zee en Berchtes-
werk. Berchteswerk ligt in het noorden van de Heerhugowaard.
Tegenwoordig is dat het Noordscharwouder poldertje. Daaruit
volgt dat de zoute zee de Zijpe moet zijn. Vroonsloten worden
zo genoemd als het sloten zijn die een rechtsgebied van de graaf
(of zijn leenman) markeren. (6)
Uit andere gegevens volgt dan dat de ene vroonsloot de Ooster-
harkensloot moet zijn, de sloot die nagenoeg de loop volgt van
de Schager Zijdewind, de Tolkerdijk. De andere, de westelijke
vroonsloot, zal langs de Groenedijk tussen Sint Maarten en
Dirkshorn langs Stroet gelopen hebben. Beide sloten strekten
zich ooit verder naar het zuiden uit. Restanten zijn inderdaad
te vinden in de buurt van Waarland, op kaarten uit de vroege
17e eeuw. Zie daarvoor de website van de archieven in Haarlem
I 1; 1
In het ovaal ligt het land van Broersen.
17
i k si k k wt j c n At; i'i
i /èrsv#
i B V .1? ft H O
'Tvr.lr Bl.ul