gebracht met de stoommachine zodat ten allen tijde een flinke massa
kokend water voorhanden is.' In eerste aanleg verwerkte de Schager
Kaasfabriek alleen melk van de vier oprichters, zo’n 6.000 liter
per week. In 1916, onder de nieuwe naam vennootschap de
Loet’, was dat 6.000 liter per dag geworden. De fabriek was,
Kaasfabriek
In 1885 kreeg de vlasserij dan toch een nieuwe bestemming.
Hij werd opgekocht door de veehouders Jacob Stammes, Arie
Heddes, Jan Buis en Willem Kooij, die er een kaasfabriek in
vestigden. De verbouwing was een kwestie van drie weken, de
grootste investering een stoomketel. Schager Courant-redacteur
Jan Winkel was de eerste die in de Schager Kaasfabriek mocht
komen kijken. ‘Omtrent de inrichting kunnen wij gulhartig
verklaren, dat die onze verwachtingen verre overtrof; alles is netjes,
eenvoudig, ruim en zeerpractisch ingericht. In degroote van een
gemetseld steenen vloer voorziene kaasmakerij bevindt zich een flinke,
groote met zink beldee.de. vierkante melkkuip, voorzien van dubbelen
bodem en wanden, waartusschen door middel van een slang de stoom
ingelaten kan worden; voorts 4 Zoutkisten en 4 Pekelkisten, terwijl
zeerpractisch aan de wanden een 80 tal kaaspersen zijn aangebracht;
ook bevindt zich er nog een waterreservoir, dat ook in verbinding is
Zoetfabriek
In 1930 ging het roer nog een keer om. Vennootschap de Loet
werd een coöperatie en de kaasfabriek een zoetfabriek. Tot dan
hadden de melkveehouders altijd de avondmelk afgeroomd
voor het zelf maken van boter. De afgeroomde avondmelk
brachten zij de volgende dag samen met de ochtendmelk
naar de fabriek, voor de kaasmakerij en de melkdistributie.
In de nieuwe zoetfabriek werd volle (‘zoete’) melk verwerkt
tot kaas én boter. De zoete melk werd voortaan tweemaal
daags opgehaald door de melkrijder van de coöperatie. Er
lag een ogenschijnlijk schone toekomst in het verschiet voor
de kaasfabriek De Loet, bij de verbouwing werd zelfs al een
uitbreiding voorzien. Die kwam er echter niet. Erger nog, amper
was het 1934 toen in de krant het volgende bericht verscheen.
'Naar we uit betrouwbare bron vernemen, zal de Schager Kaasfabriek
gaan bezichtigen en eene begrootingte laten maken van de koop en
inrichting van dat huis, tot een Ziekenhuis'. Amper een week nadien
viel ten stadhuize een brochure in de bus van een Haagse firma
die demontabele ziekenbarakken importeerde. Ineens deden de
begroting en de ‘uitstekende ligging’ van de vlasserij er niet meer
toe. Op voorspraak van dokter Ensing werd de barak aangeschaft behalve een kaasmakerij, nu tevens een melkdistributiecentrum.
en gestationeerd op het slotterrein. De 36 aangesloten boeren brachten met kar en paard hun melk
naar de fabriek. Ook dat zou veranderen.
21
Zo zag een stoomwasserij er van bin
nen uit.
Kantoor en magazijn van de Coöperatieve
Inkoopvereniging van winkeliers in koloniale
waren 'Anna Paulowna', met het Enkabé-
logo aan de gevel, die van 1950 tot 1967
aan de Molenweg was gevestigd.
Copyright NV Luchtfoto Nederland.