Het Achterom van de Trintgast, waaraan de tuinen van de huizen aan Trintgast lagen en waarlangs je bij die tuintjes en de achterdeur kon komen, werd later de Heerestraat, nu als Herenstraat geschreven. Eerst werd hij alleen aan de zuidkant bebouwd, later ook aan de noordkant, waarbij soms de huizen reiken van de Herenstraat tot aan het Rensgars. een zelfde situ atie als is ontstaan tussen de noordkant van de Molenstraat en de zuidkant van de Nieuwe Laagzij. Tot slot Het Rensgars is een intrigerende plek in Schagen, niet alleen door zijn naam, maar ook door zijn ‘uiterlijk’. De merkwaardige hoge kant, een enorm dijklichaam, en de even merkwaardige lage kant, altijd bekend geweest als de lage zijde van de Loet en het Noord, waarvan de huizen direct grens den aan boomgaarden, bouw- en weilanden. Het dijklichaam moet ontstaan zijn bij het uitgraven van de grond van de gracht die de Loet met het water langs het Noord verbond. Vermoe delijk is dat gebeurd toen de eerste Heer van Schagen het slot liet bouwen, de Marktplaats liet aanleggen en daartoe de sloot die de Loet verbond met de Gracht liet dempen. Er moest wel een waterverbinding tussen de Loet en het oosten van Schagen blijven bestaan, zoals die ook ontstond tussen de vijver van het slot en de Laansloot via de sloot die achter de huizen van de (Gedempte) Gracht langs liep. De Louwe Ree, de luwe ligplaats voor de schepen, liep achter de weeseweijt en de boomgaarden van het slot langs en boog vervolgens naar het noorden en liep tussen de kleine boomgaard en de christynenkamp (het coorenlant) dood tegen de Loet; de Lauriestraat heeft zijn naam te danken aan deze Louwe Ree. de tufstenen kerk totaal verwoest door het watergeweld en werden zelfs de keien die in de fundering waren verwerkt, in de omgeving verspreid. De lagen uit deze overstromingsperiode gingen tot ruim twee en een halve meter diep, zodat het niet waarschijnlijk was dat er nog oudere sporen bewaard waren gebleven. Hoewel de tastbare resultaten van het onderzoek mogelijk wat tegenvielen, is de belangrijkste conclusie dat de ramp die Schagen in 1170 trof van een ongekende hevigheid en omvang is geweest. Het zeewater dat uit de Zijpe kwam, heeft vele kilometers polder overstroomd, dijken en kades verwoest en had toen nog zoveel kracht dat een stenen kerkgebouw kon worden weggevaagd. De Schagenaars die de ramp overleefden, hadden blijkbaar nog zoveel veerkracht dat zij in de eeuw volgend op de overstroming vele kilometers dijken hebben aangelegd en land hebben teruggewonnen, zodat rond 1270 het meeste land veilig binnen de bescherming van de Westfriese Omringdijk was komen liggen. Aldus Frans Diederik. De kerk van Schagen uit de Atlas Schoemaker, 1726. Karel Numan 12 Bronnen Artikelen in de Kakelepost, 4e jrg, nr. 3, juli 1989, 9e jrg., nr. 2, april 1994, 12e jrg., nr. 4, november 1997, 20e jrg 2007, 22e jrg, nr. 2, 2009 H. Th.M. Lambooij e.a. Heerlijk Schagen, Uitg. Boekhandel Plukker, Schagen (1996) F. Diederik en F. Timmer, Slot Schagen, Uitg. Boekhandel Plukker, Schagen 2002 F. Diederik, Tien jaar archeologisch onsderzoek in Schagen, Westerheem, 1985, 34e jaargang, 198-219 F. Diederik, op de website van het Huis van Hilde, onderzoek naar middeleeuwse sporen op de Markt in Schagen, 2017 Het geheugen van Schagen, de website van die naam

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2018 | | pagina 12