m In december 1946 verbrandt De Wildeman Na het overlijden van Jacob Blaauboer op 13 april 1929 zette zijn vrouw Maartje Slik, het bedrijf voort. Waarschijnlijk verpacht ze De Wildeman in 1935, maar blijft ze wel in het bezit ervan. Ze overlijdt in 1943, 82 jaar oud. Dan volgt er een boedelscheiding, waarbij de minderjarige Johanna de Veer eigenares wordt, een vrouwelijke loot van de in Schagen bekende familie de Veer. In december 1946 verbrandt De Wildeman. De achterkant van het café grensde aan de achterkant van het Noord-Hollands Kof fiehuis. Toen dat op die gedenkwaardige avond van 15 december 1946 in brand vloog en na een ijzige nacht iedereen dacht dat de brand onder controle was, ontdekte Gerrit Boontjes dat het op de bovenverdieping van de Wildeman alsnog brandde. Gerrit Boontjes werd in 1948 eigenaar van het lege perceel. Hij deed dat van de hand in 1962 aan NV Noorderpers uit Hoorn. Uiteindelijk komt hier de uitbreiding van de Roode Leeuw te staan. Als dit café verbrandt op 27 januari 1968, heeft herbouw en uitbreiding plaats en wordt gebruik gemaakt van het lege perceel waar ooit de legendarische Wildeman stond. De bakkerij 's Lands Welvaren In 1832 staat tussen en de Gouden Engel en de herberg 's Lands Welvaren het laatste huis dat echt tot de oostkant van de Markt wordt gerekend. Het hoekhuis wordt altijd gezien als het eerste huis aan de Laagzij, ook al staat het met zijn ene gevel gewoon aan de Markt. De bakkerij maakt een tweetal eeuwen deel uit van de herberg 's Lands Welvaren. Deze herberg op de hoek van de Markt en de Laagzij, eerst de (Jonge) Prins geheten, bevatte ook een bakkerij en vleeshouwerij. Op zeker moment is de bakkerij van de herberg losgekoppeld. Hendrik Reek is in 1832 eigenaar, bakker en landman tegelijk. Hij is dat tot 1850. In dat jaar verkoopt hij zijn bedrijf aan Jan Willem Toereppel, een broodbakker uit Lutjebroek. Toereppel koopt op 26 april 1850 van Hendrik Reek 'een huis geteekend nummer 94 en erf, zijnde eene broodbakkerij en herberg ge naamd het Landswelvaren staande en gelegen aan de Markt plaats te Schagen groot in oppervlakte vijfenveertig ellen bij het kadaster aangewezen onder sectie A, onder nummer 321 Toereppel verkoopt zijn rogge- en wittebroodbakkerij met herberg in 1855 aan Piet Klein, broodbakker in Barsingerhorn en deze op zijn beurt verkoopt het bedrijf twee jaar later aan Willem Hulleman, broodbakker te Edam. Ene Arie Bosman, voogd van de minderjarige Teunis Hulleman - zijn vader en moeder zijn beiden overleden - verkoopt de bakkerij en herberg in 1875 aan Jacob Gude. Uit de overdrachtsakte blijkt dat het perceel is veranderd: welk perceel vroeger bij het kadaster bekend was in sectie A onder nummer 321 groot 45 centiaren zoals op gezegd proces-verbaal werd vermeld, thans bekend is in gemelde sectie onder nummer 722 als huis en steeg ter grootte van 75 centiaren... Jacob Gude blijkt de kosten verbonden aan een hypotheek op zijn pand niet te kunnen voldoen. Een zekere heer Pasquin, de geldschieter, is overleden. Zijn dochter, aan wie door verer ving de bakkerij toekomt, verkoopt deze in 1884 aan Hendrik Noord, broodbakker te Schagen. Vrijwel onmiddellijk verkoopt deze de bakkerij aan Wijnand Stam uit Amsterdam, eveneens brood- en koekbakker, voor ruim vierduizend gulden. Dat Stam zelf gewerkt en gewoond heeft in de bakkerij blijkt uit het wijkregister van 1889, waarin hij vermeld wordt als woonachtig aan de Markt. Als hij echter in 1990 de bakkerij verkoopt aan Rudolphius Sjerp Boersma woont hij in Alkmaar. Boersma heeft zijn bakkerij aan de Marktplaats tot 1910. Dan verkoopt hij zijn bedrijf aan Jan Koo Boontjes en koopt zelf de bakkerij van Meurs, eveneens aan de Markt op de hoek van de Markt en de Nieuwstraat tegenover het Vosje, waarin hij ook een melksalon vestigt. Jan Koo Boontjes vraagt en krijgt vergun ning tot verbouw van het pand dat hij al bezit aan de Markt en de bakkerij die hij overneemt van Boersma. Jan Koo Boontjes breidt nu zijn café de Gouden Engel uit met het gebouw waarin de bakkerij was gehuisvest. Zijn bedrijf verdubbelt bijna in grootte. De Boekdrukker In de jaren 1650-1651 heeft zich een boekdrukker gedurende alleen dat jaar in Schagen aan de Markt gevestigd. Daarvoor had hij zijn bedrijf in Wormerveer en daarna in Harlingen. Het De oostkant van de Markt, uitsnede uit de Veemarkt van Schagen (Schagen Toen en Nu) van rechts naar links: het Centrum, de bakkerij, de Engel, de Wildeman, de Roode Leeuw, (nog niet) de Smidse, de smederij dus. In de Kakelepost van 1 maart 1996, pag 11 en vol gende, staat het verhaal over het leven van IJsbrand Buijen, waard van de Roode Leeuw. In de tweede helft van zijn leven verkeert hij in een staat van permanente dronkenschap, wat veel last en onrust veroorzaakt voor zijn huis- en stadgenoten. Hoe dat uiteindelijk wordt opgelost, althans getracht wordt op te lossen, staat in dit artikel, geschreven door Ruud van der Pol. Een ander verhaal van zijn hand in de Kakelepost van februari 2007, nummer 1, pag. 6 en 7, vertelt over de toenmalige waard van de Roode leeuw, Dirk Ursem. Op 3 juni 1843 krijgt deze bezoek van twee commie zen werkzaam bij de Rijksbelasting. Hij wordt betrapt op het bezit van meer wijn en andere sterke drank in zijn kelder dan hij heeft opgegeven. Het komt hem uiteindelijk te staan op een fikse boete. Karel Mnman KakeleDost 03 17.indd 9 19-10-17 1015

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2017 | | pagina 9