Bericht van Inzet
Schagen.
f 4907.—
t 1165,—.
Donderdag 2E September 1812,
der Onroerende Goederen in vm-
line gebracht 19 September 1912,
staande en gelegen aan en by de
Marktplaats te SC SAGEN, ten
verzoeke van en toebehoorende
aan den heer F. Köhne aldaar.
a Het van ouds bekende en
druk beklante Café met Erf, ge
naamd „de Wildeman, waarin
vergunnino.
j Ingeret op de zeer geringe som
van
b. De Stal (voor alle doeleinden
geschikt), aan de Gedempte Gracht,
uitkomende op perceel a en samen
<rroot S 22 Aren
3 Ingezet op de zeer geringe aoin
van
i 3030,-.
C. De Stal in de Nieuwstraab
bij perceel a en groot 1,52 Aren.
Ingezet op de geringe som van
Afslag en combinatie op
s namiddags 1 uur in het te ver-
k°°Pe," ,.H"u pit «nu» to ZIJ PE,
Schagen. Uit een advertentie in de Schager Courant van 1 maart
1860 blijkt dat Klaas Zelderbeek kastelein is in de Wildeman,
herberg en uitspanning op de Markt. In 1866 overlijdt hij.
In 1912 wordt de Wildeman heel even eigendom van Jan Koo
Boontjes, koffiehuishouder te Schagen.
De verkoop wordt aangekondigd in de krant op 29 augustus
1912. In de krant van 26 september 1912 staat het volgende
bericht:
Heden had ten overstaan van Notaris Vrijburg de verkooping
plaats van het aan den heer F. Köhne toebehoorende café met
erf, genaamd De Wildeman op de Marktplaats alhier ende
stal in de Nieuwstraat. Koopers werden de heeren Sneekes en
Co. te Kalverdijk voor f. 6380,--Verder de stal aan de Ge
dempte Gracht. Kooper de heer J. K. Boontjes voor f. 3830,--.
Boontjes heeft het perceel met de Wildeman erop in 1912 of in
1913 meteen doorverkocht aan Gerrit Sneekes, koopman uit
Harenkarspel, terwijl J. Köhne de kastelein bleef Maar in de
krant van 9 november 1912 staat het volgende berichtje:
Hiermede bericht ik aan mijn geachte clienteledat ik mijne
zaak Café en hotel 'De Wildeman' heb overgedaan aan den
heer J. Blaauboer. U dankende voor de ondervonden gunst,
beveel ik mijn opvolger met vertrouwen bij U aan. Hoogach
tend J. Köhne
Dit houdt in dat Gerrit Sneekes de Wildeman verpachtte aan
Jacob Blaauboer, die vijf jaar later de herberg kocht van Sneekes.
In 1703 worden er bij notaris Pieter van der Beeck drie
akten opgemaakt (Regionaal Archief Alkmaar, Notarieel
Archief Schagen voor 1842, aktes 18, 19 en 20), waarin
ene Maartie Pieters (Streeck) de hoofdrol speelt.
Deze Maartje Pieters is op 29 juni 1696 getrouwd met
Jan Pietersz Streeck. Ze krijgt bij hem drie of vier kinde
ren, die dus in 1703 nog jong tot zeer jong zijn.
Uit de genoemde akten kun je goed opmaken wie Jan
Streeck is en wat hij doet voor de kost. Hij heeft eerst
een schoenmakerswinkel op de Loet. Waarschijnlijk -
zegt men - heeft hij wat geld geërfd, waarmee hij een
"cramerije neeringe"op de Plaats kan "opstellen", die
hij contant kan betalen (vandaar het gerucht). Het gaat
om een soort kruidenierswinkel op de Markt, waarin ze
o.a. koffie verkopen. Hij laat de schoenmakerswinkel al
gauw voor wat die is, de zaak op de Markt loopt goed
en brengt geld op. Jan Streeck komt echter spoedig, in
de loop van 1702, te overlijden. Voordat dat gebeurt, zo
blijkt uit de getuigenissen, houden beiden al van meer
drank dan goed is voor ze. De zaak raakt in verval, vooral
door het gedrag van Maartje Pieters. Al voor het overlij
den van haar man, maar zeker sinds zijn dood, verwaar
loost ze de winkel. Ze neemt graag deel aan het uit
gaansleven van jonge lieden in de herberg De Wildeman.
Ze drinkt, ze rookt en ze nodigt jonge mannen bij zich uit
en niet alleen in de huiskamer. Minstens twee getuigen
laten weten dat ze er ook iemand gezien hebben die ze
goed kennen, zonder zijn naam te noemen.
Maartje Pieters nu wordt niet moe aan iedereen te vertel
len dat ze zal en wil trouwen met Jacobus Steenacker,
zonder overigens iets voor hem te voelen. Ze heeft maar
één doel: zijn centen.
De getuigen Lourens Compaen, de gerechtsdienaar, en
diens zoon Dirk Lourensz zeggen dat zij "uijt de mond
van Jacobus Steenacker veel maele hebben gehoord
dat Maartje Streecs, selfs nae sij in de winter tijd ter
secretarije alhier waeren geweest omme de huwelijckse
geboden te versoecken, hem 't elckens aanseijde haer
wooninge te moeten mijden, als sij ander geselschap of
jongeluijden bij haer hadde". Ze gaan dus naar het raad
huis om aan te tekenen dat ze zullen trouwen. Tegelijk
zegt ze echter dat hij niet bij haar moet komen of blijven
als ze jongelui uitnodigt. Jacobus zal inmiddels tussen de
dertig en de veertig jaar oud zijn. Voor haar mogelijk te
oud, maar wel rijk genoeg.
Nog duidelijker is het wanneer ze vertelt aan Compaen,
dat ze er voor zal zorgen "dat hij binnen ses a seven
weecken ter aarde soude werden bestelt als wanneer sij
om 't capitaal een ander soude soecken". Met andere
woorden, ze zou niet langer dan een week of zes a zeven
nodig hebben om Jacobus Steenacker aan zijn einde te
helpen, zijn geld te erven en een ander te zoeken. Kandi
daten genoeg.
Het huwelijk gaat niet door. Er zijn in de buurt van Jaco
bus Steenacker kennelijk nog wijze mensen.
Veiling van de Wildeman
op 26 september 1912
Kakelepost 03 17.indd 8
12-10-17 1015