Slechts enkele regenten van het oude regime kwamen terug de vroedschap op de plaatselijke markt was gericht: drie bakkers, twee glazen makers annex schilders en twee (grof)smeden. Onder de hoger opgeleiden bij de burgemeesters vielen de fa milies Hoflaan, Barsingerhorn, Boerhave, Van der Beek en later Denijs en Westingh op. Eén van de vroege leden van de familie Hoep was schoolmeester. Vooral medici en notarissen waren goed vertegenwoordigd. Burgemeesters uit het bedrijfsleven waren o.m. de kaarsenma kers Butter, de glazenmakers Streek en de koekenbakkers Bras, met elk twee vertegenwoordigers, verder leden van families als Hoep, Mamus, Guldewagen, Mulder, Lagedijk en later in de 18e eeuw Zomerdijk. Zij waren onder meer werkzaam als winkelier, timmerman, schoenmaker en schipper. Voor zover bekend kwamen de messenmakers niet in de vroedschap. Dat lag anders bij de zilversmeden, waar verschillende families aan de stadsre gering deelnamen, zij het niet als burgemeester. Voorbeelden zijn vader en zoon Hendrik en Gerrit van Benthem evenals grootvader en kleinzoon Abraham en Gerrit Boonacker. En ten slotte in de boerenstand waren de families Saskers, De Vries en Dekker prominent als burgemeester, verder leden van de geslachten Nes, Blokker, Stammes, Fala en Hogendorp. Op vallend was dat vooral landbouwers over een heel lange periode vroedschap en/ofschepen waren, zoals bovengenoemde Dirk Nes, verderJan Saskers (ca. 1700-1770), IJfBlokker (1699 1780), Willem Stammes (1740-1801) en Cornelis Fala (1701 1776), allen meer dan 37 jaar. Vanafde jaren 1760 tot 1795 werden 25 vertegenwoordigers van 21 boerenfamilies afgevaardigd in het stadsbestuur, name lijk De Vries (2 personen), Stammes, Witsmeer en Kromhout (2 personen) (vanaf1763), Droog, Stap en Koedijker (1768), Capiteijn, Heneweer, Oversloot, Koopman en Dekker (van Hemkewerf) (1773), Oost en Oever (1777), Molenaar en Schouten (1781), Blaauwboer en Kerkhoven (1784), Stoel en Vries (1787), twee broers Rouw (1789), nog een derde broer Rouw in 1790 en ten slotte Oomgert (1790). Zeven boeren uit zes families werden burgemeester, te weten vader en zoon Gerrit en Jacob de Vries, Willem Stammes, Cornelis Droog, Wijbrand Dekker en Jochem Stoel. Na de omwenteling van 1795 moesten de landbouwers een gevoelige stap terugdoen: geen van bovengenoemde boerenfamilies kwam terug in het stadsbestuur, met uitzondering van Willem Stammes (1740 1801) die in 1798 zelfs president van de municipaliteit werd. De regentenfamilies na de politieke omwenteling vain 1795 Behalve de boeren-regenten verdwenen ook de meeste andere bekende regentenfamilies van het toneel in 1795. De patriot- tenbeweging liet weinig sporen na, maar de revolutie van 1795 wel. Slechts enkele regenten van het oude regime kwamen terug, zoals Cornelis Barsingerhorn en Willem Stammes, verder twee broers Cornelis en Gerrit Boonacker, Gerrit van Benthem en leden van de jongere regentenfamilies Denijs, Bocking en Westingh. Boonacker had oude papieren in Schagen en was gerelateerd aan vooraanstaande families als Bluzé en Boerhave. Cornelis Boonacker (1759-1810) was al vanaf1789 lid van de vroedschap en ging mee in het nieuwe regime als president van de municipaliteit (1798). Zijn broer Gerrit (1765-1841), een vermogend goudsmid was pas na 1795 actiefals schepen. Collega-goudsmid Gerrit van Benthem (1756-1813) werd in 1790 lid van de vroedschap en bleefdat na 1795, o.a. in 1796 en 1798 en in 1809 als schepen. Pieter Westingh Junior (1764-1826) en Jacob Denijs (1745 1815) behoorden tot de jongere generatie regenten. Vader Westingh was vroedschap voor en na 1795. Junior werd in 1798 rentmeester, in 1799 secretaris en aan het einde van zijn leven was hij nog een halfjaar burgemeester tot 1 januari 1826.9Jacob Denijs was allochtoon en woonde sinds 1773 als chirurgijn te Schagen. Zijn voorvader Jacob Denijs (1681-1741) was stadsvroedmeester van Amsterdam geweest.10 Sinds 1790 zat hij in het stadsbestuur en hij werd kort voor 1795 nog een keer tot burgemeester benoemd. In 1796 deed hij weer mee en werd later ook schepen, zeker tot 1809.11 Zijn nazaten volgden in zijn voetspoor: zoon Arie Denijs werd burgemeester van Schagen tot zijn dood in 1848 en jongere familieleden Denijs gingen ook in de gemeentepolitiek als gemeentesecretaris van Schagen (1875-1881) en van Zuid-Scharwoude in 1881. Interessant is dat vijfleden van de familie Denijs trouwden met de doopsge- Links: Portret van Jan Cornelis Avis (1779-1840), (RKD, IB 40006). Rechts: Portret van Maria Bocking (1783-1834), pastel, ca. 1809 (RKD, IB 40014). Maria Bocking was één van de drie overlevende kinderen uit het gezin van burge meester Jan Bocking (1750-1816), waar wel twintig kinderen werden geboren. Maria huwde in 1809 te Westzaan met de meelhandelaar Jan Cornelis Avis (1779-1840) te Krommenie. In de 19e eeuw werd de familie Avis bekend als blauwstijfsel- fabrikanten in de Zaanstreek. 20

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2017 | | pagina 20